Spanje – Bilbao en Frankrijk – Biarritz en andere tussenstops – 06-09-2013 tot en met 15-09-2013
Het was uiteindelijk zover: we (= de ouders) gingen genieten van een 9-daagse trip naar Bilbao in Spanje en een stapsgewijze terugkomst naar België. Onze hond, Vanil, dochter en haar vriend gingen zich bekommeren over onze woonst in Aartselaar.
De trip van Aartselaar naar Bilbao is ongeveer 1260 kilometers lang, maar we gingen deze afstand zo snel mogelijk trachten te overbruggen. Toen we vroeger naar Spanje afzakten met de auto deden we dit ook in één keer. Met de nodige tussenstops en rustpauzes is dit best haalbaar.
Vader had reeds verlof en had op donderdag de motorhome voor het overgrote deel in orde gebracht en kon daardoor de vrijdagnamiddag gebruiken om te rusten (lees slapen) om de nachtelijke tocht te doen.
Nadat moeder op vrijdag van haar werk thuis kwam en we nog een douche hadden genomen en een “laatste avondmaal” met het gezin hadden genuttigd, vertrokken we naar de stalling van onze motorhome om, nadat we het eten in de ijskast hadden opgeborgen en de laatste kledij hadden weggelegd, te vertrekken richting Bilbao.
Moeder was te moe om te rijden en de afspraak was dat we gingen stoppen om enkele uren te slapen wanneer de vermoeidheid te groot werd. Het is vanouds de gewoonte om elke twee uur te stoppen om even de benen te strekken. Deze regel werd mooi nageleefd en met ongeveer nog 550 kilometers te gaan tot Bilbao, zetten we ons rond vijf uur ’s morgens tussen de vrachtwagens op een parking langs de autostrade aan de kant om een drietal uur te overnachten.
Deze drie uren slaap deed wonderen en na deze korte nacht werd de reis verder gezet. Uiteindelijk kwamen we rond 15u00 aan op de camperplaats in Bilbao.
Op de camperplaats werden we supervriendelijk onthaald door één van de medewerkers van de camperplaats, Nadie. Nadie had het niet gemakkelijk met ons, wij spraken geen Spaans of Baskisch en hij sprak geen andere taal dan Spaans of Baskisch. Toch slaagden we erin om mekaar te verstaan en algauw kregen we te horen (met tekens, tekeningen en gebarentaal) dat we eenderwelke plaats mochten kiezen en dat we de drie dagen maximumregel niet te letterlijk moesten nemen. Dit laatste omdat we er buiten seizoen verbleven.
De plaats die we uitkozen was werkelijk adembenemend: we stond op zo’n tweehonderd meter boven Bilbao en we hadden dus een spectaculair uitzicht!
Nadat we ons registratieformulier hadden ingevuld en we dit aan Nadie hadden bezorgt kregen we van hem een uitgebreide uitleg van de stad en de nodige info aangaande de busverbinding van en naar het stadscentrum. De dichtbijzijnde bushalte bevindt zich op een kleine tweehonderd meter van de camperplaats.
Nadie raadde ons aan om met de bus naar het eindstation te rijden omdat dit het dichtst bij het oude stadsgedeelte ligt en dat dit volgens hem zeker het bezoeken waard was. Het eindstation ligt aan Axturi (dit spreek je uit als “Atsjoerie”).
Nadat we ons avondmaal hadden genuttigd wraakte het lange wakker blijven zich en kropen we vroeg onder de wol. We hadden in de vroege avond al wat regen gekregen, maar tijdens de nacht werden we overspoeld door bakken regen en de wind deed zijn best om onze motorhome zo veel mogelijk te doen bewegen. Alles bleef zonder gevolg, maar doordat het ’s morgens ook nogal stevig bewolkt was en we geen wekker hadden gezet, werden we op zondag pas rond 9u30 wakker. Dit was op zich geen ramp omdat we hadden besloten om alles tijdens deze vakantie verder rustig af te handelen.
Nadat we ons hadden opgefrist en iets hadden gegeten vertrokken we rond 12u00 naar de bushalte. Een weinig later zaten we op de bus op weg naar Axturi, de eindhalte van lijn 58 van de firma “Bilbobus” en dit alles voor 2,50€ voor ons beiden!
Onze grootste prioriteit vandaag was een bezoek aan het Guggenheim museum en via een leuke wandeling door de stad en langs de waterlijn bereikten we al gauw het Guggenheim museum. Dit is een indrukwekkend gebouw dat zeker het bekijken waard is. Naar onze smaak is de buitenkant interessanter dan de tentoonstelling aan de binnenkant, maar dit is een kwestie van smaak natuurlijk en wil absoluut niet zeggen dat de exsibities niet het bekijken waard zijn. Een toegangsticket kostte ons 13€ per persoon. In deze prijs is een audiogids inbegrepen. We verbleven enkele uren rond en in het museum en bezochten er elke zaal in het drie verdiepingen tellende museum. Het kunstwerk dat ons het meest is bijgebleven was “Tulips” van de kunstenaar Jef Koons.
Na het bezoek aan het Guggenheim museum wandelden we nog wat door de stad: je hebt er werkelijk ogen tekort om al het moois in je op te nemen: architecturaal kijk je op elk vlak je ogen uit, de parken zijn het bekijken waard, het is een propere stad met gezellige, vriendelijke mensen.
Hetgeen je absoluut ook moet doen wanneer je Bilbao bezoekt, is Pintxos eten(= de Baskische benaming voor het Spaanse “Tapas” en spreek je uit als “Pintsjos”). Pintxos zijn natuurlijk gekend over gans Spanje, maar hier in Baskenland zijn ze toch wel de max.
Rond acht uur ’s avonds kwamen we moe en voldaan met de bus aan op de camperplaats. Nadat het donker werd werden we getrakteerd op een geweldig mooi schouwspel: Bilbao by night. Een verlichte stad, bij mooi weer, bekijken vanop tweehonderd meter hoogte heeft toch wel iets speciaals en adembenemends.
We besloten om weer vroeg te gaan slapen om op maandag rond 8u00 op te staan en het oude stadsgedeelte minitieus te gaan bekijken en ook om de finiculaire te gebruiken die ons op een hoog gelegen plateau moet brengen vanwaar we ongetwijfeld weer een prachtig overzicht van de stad zou bieden.
Maandag 09/09/2013 – 8u30: onze elektronische haan maakte ons wakker, maar de vrouw des huizes werd geplaagd door een hevige hoofdpijn waardoor de start van de dag begrijpelijk verlaat werd. Vader kwam dan toch maar al uit zijn bed om een kopje koffie te drinken, zich te wassen en wat te lezen.
Tegen een uur of tien kwam de vrouw des huizes te voorschijn om haar dagelijkse portie cafeïne te gebruiken.
We ronden de rest van de ochtendroutine af en rond 12u30 begaven we ons naar de bushalte. Voor de vaste prijs van 1,25€ per persoon geraakten we weer aan de eindhalte van lijn 58, Axturi. Van bij de camperplaats uit gezien, gelegen aan de andere kant van de stad. Een ritje van ongeveer 30 minuten.
Om te beginnen dwaalden we nog een beetje door het oude stadsgedeelte en brachten we een bezoek aan de bijzonder mooie overdekte markplaats. Hier kan je alle soorten vlees, vis, fruit en groenten kopen op een speciale locatie.
Een beetje later deden we de Plaza Nueva aan: een binnenplein dat stikt van de Bar/café’s waar je de meest uitbreide assortimenten aan Pintxos kan vinden. Na een tiental Pintxos, wat wijn en bier waren we voldaan en vervolgden we onze weg.
Zoals reeds vooraf gepland, leek het ons een goed idee om de finuculaire (“funicular Artxanda“) te gebruiken die ons naar een hoog gelegen plateau bracht met een fantastisch uitzicht over Bilbao. (Een finuculaire is een soort van treintje dat langs, en eventueel door, de wand van een gebergte omhoog en omlaag rijdt. (Zie ook onze trip naar Le Tréport in juli 2013). Dit plateau was quasi op dezelfde hoogte gelegen van onze camperplaats dus vanop deze plaats was ons overzicht van Bilbao compleet. Oh ja, de prijs per persoon heen en terug bedraagt 1,90€.
Nadat we terug beneden kwamen vonden we het tijd om iets te gaan drinken en dat deden we op het gezellig plein, de Plaza Funicular.
Hierna keerden we terug naar het oude stadsgedeelte van Bilbao en bezochten we nog een kleine bar op één van de vele pleintjes.
Als avondeten hadden we besloten om enkele Baskische specialiteiten te kopen in één van de winkeltjes waarnaar we met de bus terugkeerden naar de camperplaats waar we genoten van al het aangekochte lekkers. Een lekker flesje Baskische Txakoli wijn mocht natuurlijk niet ontbreken.
Niet veel later werd het donker en werden we weer verwent door het mooi verlichte Bilbao. Het is een zicht dat ons nog lang zal bij blijven. Maar aan alle mooie liedjes komt een einde en het werd tijd om onze terugtocht aan te vangen.
We hadden zes dagen de tijd om huiswaarts te keren en als eerste stop na Bilbao hadden we Biarritz uitgekozen. Om de één of andere onverklaarbare reden wou vader deze stad ooit eens bezoeken en nu we er toch zo dicht bij zaten, leek het een aangewezen moment om dit dan ook daadwerkelijk te doen.
Als locatie kozen we de camperplaats van Biarritz uit. Een plek die dicht gelegen is aan het strand én het centrum van Biarritz.
Na een rit van ongeveer 135 kilmometers kwamen we er aan.
De camperplaats is gelegen aan de Avenue Milady op een goede 100 meter van het strand waar je kan genieten van de surfende sportievelingen. Het servicepunt op de camperplaats, alhoewel er voorzieningen waren voor water en lozing van grijs water en toilet, is zelf een beetje aan service toe; het was een beetje afgeleefd. Aansluitingspunten voor electriciteit zijn er voldoende aanwezig.
De eerste avond wandelden we een beetje rond in de buurt en bewonderden we de surfkunsten van enkele surfers die de toch wel hoge golven van de Atlantische Oceaan trotseerden.
Na een avondmaal van in Baskische kruiden gewokte kip, paprika’s, courgette, échalotte en tomatensaus met rijst kropen we tijdig onder de wol omdat we de ochtend nadien het centrum van Biarritz te voet gingen verkennen. De afstand tussen de camperplaats en het centrum van Biarritz bedraagt ongeveer twee kilometer.
’s Morgens vertrokken we dus voor onze wandeling naar het centrum en deze was zeker de moeite waard omdat we wandeling via de kustweg maakte die je constant een mooi overzicht geeft over de wilde golven van de oceaan en de surfers, de rotsen die constant worden overspoeld door de golven, de rotswanden waarop de huizen zijn gebouwd en de vele mooie gebouwen die je erop ziet staan. De villa “Belza” is één van de mooiste gebouwen die je op de wandeling tegenkomt. Het is gebouw op de rotsen en staat net naast het water.
Nadat je deze villa voorbij gaat, kom je aan een kleine baai die, toch althans op het moment dat wij er waren, wonderwel bezwommen wordt door een groot aantal, jong van hart, bejaarden. Aan de andere kant van de baai kan je via een brug een rots bereiken waarop een Maria beeld staat. Vanop dit punt heb je een mooi overzicht van de ganse kuststreek van Biarritz. Nadien dronken we er op een plein een koffie en nadat we in een winkeltje een artsanaal gebakken stokbrood kochten, vingen we onze wandeling richting motorhome aan. Daar aangekomen nuttigden we ons ontbijt en na de afwas reden we langs een locale Intermaché om nog wat etenswaren in te slaan want ondertussen hadden we besloten om niet via het centrum van Frankrijk huiswaarts te keren, maar via de Normandische kust. Ons reisdoel: Le Tréport, op een kleine 936 kilometers van Biarritz verwijderd. Het werd een lange dag in de motorhome, maar eentje die zonder files of andere onderbrekingen verliep, op enkele pitstops om te tanken na.
Omstreeks 23u30 kwamen we aan op de camperplaats gelegen aan de Zone d’Activité Sainte-Croix in Le tréport. Spijtig genoeg weigerde de electronische toegangspoort ons de toegang en waren we genoodzaakt om een andere plek op te zoeken. Deze hadden we snel gevonden: het werd de andere camperplaats van Le Tréport gelegen aan Route Touristique, boven op de kliffen met uitzicht op de zee. Aangezien het nacht was en het bovendien regende hadden we niets aan dit uitzicht en na het betalen van de 5,80€ aan de betaalpaal begaven we ons naar bed waar we al snel indommelden.
’s Morgens besloten we opnieuw een kans te wagen aan de camperplaats gelegen aan de Zone d’Activité Sainte-Croix. Ditmaal hadden we meer geluk en binnen de kortste keren stonden we geparkeerd op de plek net naast de plek die we tijdens ons verblijf van juli 2013 gebruikten.
We ontbeten er en een tijdje later begaven we ons richting centrum Le Tréport waar we eerst stopten bij de winkel van “Blanc du Nil” om een sjaal te kopen voor onze dochter. We hadden geen idee wat we haar vriend cadeau gingen doen. Daar zouden we later nog wel opkomen.
We vervolgden onze wandeling richting kust, waar we een tijdje op een bank op het keienstrand vertoefden en we genoten van het uitzicht over de zee.
Na deze pauze begaven we ons richting “poissonnerie municipale” om een voorraad zeevruchten en gerookte vis aan te schaffen. Op de terugweg naar de camperplaats kochten we ons nog een stokbrood.
Op de camperplaats aangekomen beslisten we om onze motorhome even onder handen te nemen: het slechte weer tijdens de afgelopen dagen had de witte kleur van onze motorhome omgetoverd in een eerder lichtgrijze kleur. Een snelle wasbeurt later zag hij er alweer heel wat beter uit en konden we aan ons avondmaal beginnen. De gerookte vis, bulots, rose garnalen, gamba’s, kreukels en grote krabbepoot werden goed gesmaakt en vergezeld door een lekker flesje Sauvignon blanc.
Een telefoontje huiswaarts leerde ons dat de weersomstandigheden richting België niet veel goeds voorspelden en daardoor stond ons besluit vast: we zouden minstens nog een extra nacht verblijven in Le Tréport.
De dag nadien kon er dus uitgeslapen worden omdat we tot 18u00 de tijd hadden om ons verblijf te verlengen.
Op donderdagmorgen werden we goedgemutst, een beetje later dan gewoonlijk, wakker en genoten we van een pan gebakken eieren met chorizzo en gesmolten abdijkaas en zelf afgebakken broodjes. Zalig!
Het enige dat een beetje tegenstak was het weer: van ’s morgens vroeg tot ’s middags heeft het voortdurend geregend. Gelukkig zijn we de mensen er niet naar om dit aan ons hart te laten komen en nadat we hadden afgewassen en gedoucht maakten we ons klaar om te vertrekken voor een wandeling naar Mers-les-Bains.
Via het sas in Le Tréport bereikten we aan de overkant van het water Mers-les-Bains. We liepen langs het water, via het treinstation naar de ésplanade langs de kust. Het meest opvallend zijn de kleurrijke huisjes met hun mooi rasterwerk. Deze zijn ook zeer tegenwoordig in alle zijstraten die op de ésplanade uitkomen. Zeker het bekijken waard!
Na een wandeling van om en bij de twee uur en af en aan in de (lichte) regen keerden we terug naar Le Tréport. We liepen er langs de kant van de winkels/restaurants om er nog een eventueel cadeautje op te pikken voor de vriend van onze dochter, maar we vonden eigenlijk niet echt het geschikte cadeau. We stelden deze zoektocht dan maar uit tot onze volgende bestemming: Calais.
We besloten dan maar om een pintje gaan te drinken, een niet zo goedkope onderneming: voor een 1664 en een Pelfort Brune betaalden we 9,60€. Als je weet dat een dagmenu in de meeste restaurants om en bij de 14€ kosten, hadden we misschien beter gaan eten?
Na onze pitstop begaven we ons richting poissonnerie municipale om ons avondeten aan te schaffen: voor vader kreukels, roze garnalen, bulots en gamba’s en voor moeder 3 mooie tongfilets voor bijna geen geld: 10,26€ voor 800 gram gekuiste vis. Een koopje.
Aan de motorhome aangekomen bakte moeder haar tongfilets op ons buitenvuur dat we kunnen aankoppelen op onze buitengasaansluiting. Al gauw zat ze te smullen, al gauw gevolgd door vader die zich zijn zeevruchten liet smaken.
Het was weeral het einde van een leuke ontspannende dag.
Zaterdag 14/09: vandaag stonden we vroeg op om het bezoek van de plaatselijke bakker mee te maken. We kochten een stokbrood en vier croissants die we ons een beetje later lieten smaken.
Na de ochtendroutine vertrokken we richting Calais waar we onze laatste nacht gingen doorbrengen.
De camperplaats aan de ferryhaven is voor ons geen onbekende waar we al vele keren hadden overnacht. Het weer stak deze keer echter wel echt tegen: aanhoudende regen met een harde wind gedurende de ganse dag. Toch waagden we ons er door om een souvenier te kopen voor de vriend van onze dochter en om een tafeltje te reserveren in “Le Sybilien”, een restaurant dat we tot nu toe elke keer hadden aangedaan wanneer we Calais bezochten. We bleven even in de bar van het restaurant zitten om iets te drinken en we maakten er een leuke babbel met een koppel uit Wales.
De rest van de namiddag vertoefden we in onze motorhome om er de in- en uitvarende ferry’s te observeren en een beetje te lezen.
’s Avonds trokken we dus rond 19u00 naar het restaurant “Le Sybilien”. Blijkbaar was de zaak van eigenaar veranderd en ook van kok. En dit was er spijtig genoeg aan te merken: we hadden beiden escargots als voorgerecht en deze waren smaakloos. Mevrouw had een rumsteak besteld en dat bleken ze niet meer te hebben (we waren nochtans de enige klanten in het restaurant!) en we namen dan allebei een entrecôte, de een werd gebracht met pepersaus omdat die gekozen was bij de rumsteak en de andere zonder iets van saus. Het dessert was ook niet iets om van onder de indruk te zijn en daardoor denken we dat dit de laatste keer was dat we daar zijn gaan eten. Jammer, we zijn er altijd goed verwend geweest, maar we gaan volgende keer waarschijnlijk naar één van de andere restaurants die in hetzelfde gebouw gelegen zijn.
De dag nadien, we waren ondertussen zondag, werden we wakker met een stralende zon dus alvorens naar huis te rijden ruimden we de motorhome op en maakten we nog een gezellige wandeling langs het strand. Na deze wandeling sloten we ons bezoek aan Calais af met een snelle hap uit een van de kraampjes aan de motorhomeparking.
Na een voorbarige reis kwamen we aan de stalling van onze motorhome en een beetje later stonden we aan onze eigen voordeur waar we werden verwelkomt door onze dochter, haar vriend, ons jongste neefje en nichtje en niet te vergeten: onze enthousiaste hond Vanil. Het is leuk om op reis te gaan, maar het thuis komen heeft toch ook zijn leuke kanten… :-))
In alle geval: het was een leuke trip waarbij we weer veel hebben gezien en waarbij we ons op culinair vlak aan niets te kort hebben gedaan.
Klik hier om meer foto’s te bekijken van deze én onze andere motorhome reizen.
Onze andere reizen kan u ook via onderstaande weg raadplegen:
Heel mooie site en leuk om te lezen. Wie weet komen we jullie ooit eens tegen op een camperreisje.
mvg
Linda Dammekens.
Hoi Linda,
Bedankt voor het compliment aangaande de website.
Nog veel camperplezier *good*