Frankrijk – Bordeaux-Blois-Sezanne-Champagne – 29-10-2021 tot en met 06-11-2021
Tijdens de herfstvakantie trokken we naar een stad waar we, op weg naar Spanje, al verschillende keren voorbij reden, maar nog nooit halt hielden. Het leek ons een goed idee om dat in het najaar te doen in de hoop dat er niet al te veel volk zou aanwezig zijn. Op de terugweg zouden we nog enkele andere plaatsen aandoen, maar op het moment van vertrek hadden we nog geen idee bij welke plaatsen we nog gingen stoppen.
We zochten en boekten ons een camping in de buurt van Bordeaux: Camping Villages Yelloh! Village Bordeaux, gelegen aan de Boulevard Jacques Chaban-Delmas in 33520 Bruges. Hiervoor dienden we iets van een 980 km. te overbruggen wat we in 2 etappes deden waardoor we op 30 oktober 2021, net voor de middag aankwamen aan de camping.
We hadden het geluk dat we onze plaats direct mochten in beslag nemen waardoor we kort na de middag een eerste bezoek aan het centrum van Bordeaux konden brengen. Om er te geraken namen we eerst de bus (vanop de bushalte vlak voor de camping) om vervolgens aan het Parc des Expositions de Bordeaux over te stappen op de tramlijn richting centrum Bordeaux. Zalig om dit voor enkele luttele Eurootjes te kunnen doen.
De rest van de namiddag en avond brachten we door in de prachtige stad die Bordeaux echt wel is. Weetje: in 2007 werd het centrum van de stad opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO onder de naam ‘Port de la Lune’. Dat is een verwijzing naar de ronding van de Garonne waar het centrum aan ligt, die lijkt namelijk op de vorm van een nieuwe maan.
In het centrum zijn ruim 5000 huizen uit de 18de eeuw terug te vinden, waarvan er maar liefst 362 binnen een gebied van 1731 hectare op de Werelderfgoedlijst staan. Hiermee is Bordeaux -op Parijs na- het grootste stedencomplex op de Werelderfgoedlijst van Frankrijk, en daarom wordt het ook wel de ‘stad van kunst en geschiedenis’ genoemd.
We passeerden er uiteraard een reeks van bezienswaardigheden, teveel om op te noemen. Een greep van de prachtige zaken die we passeerden:
- Place des Quinconces: Het Place des Quinconces is het grootste plein van Frankrijk en één van de grootste van Europa, met een afmeting van ongeveer 25 hectare. Het plein werd in 1820 opgericht op de locatie van de voormalige Château Trompette, die een aantal jaar daarvoor werd verwijderd.
- Cathédrale Saint-André de Bordeaux: In de 11de eeuw ontving deze kerk de relieken van Sint Macarius, een bisschop van Bordeaux en evangelist van Aquitaine, en in 1096 werd de kathedraal officieel ingewijd door Paus Urbanus II. Van het originele Romaanse ontwerp zijn nog maar enkele onderdelen over, het grootste deel van de Gotische kerk dateert uit de 14de en 15de eeuw.
- Tour Pey-Berland: Los van de kathedraal staat de toren Pey-Berland. Pey Berland was van 1430 tot aan zijn dood in 1458 de aartsbisschop van bordeaux, en hij liet in 1440 de toren bouwen. De bouw duurde tot 1500 en bleef geïsoleerd van de kathedraal om zo de kathedraal te beschermen tegen de vibraties van de klokken. Na de bouw was er echter in eerste instantie geen geld meer om nog klokken te kopen voor de toren, waardoor hij tot 1790 gebruikt werd als woning, en vervolgens zelfs als een loodfabriek. Pas in 1851 werden klokken geïnstalleerd in de toren, waarna het beeld van de Notre Dame d’Aquitaine in 1863 boven op de toren werd geplaatst. Het is tegenwoordig mogelijk om de toren te beklimmen voor een prachtig uitzicht over de stad.
- Grand Théâtre: Het Grand Théâtre wordt gezien als 1 van de mooiste 18de eeuwse bouwwerken van Europa. Dit imposante neoclassicistische gebouw werd tussen 1773 en 1780 gebouwd in opdracht van de gouverneur van Guyenne, Louis Armand Duplessis. Het moest een tempel van kunst en licht worden gelegen aan het kloppende hart van Bordeaux, de Place de la Comédie.
- Rue Sainte-Cathérine: Aan de Cours de l’Intendance, tussen de Place de la Comédie en de Place de la Victoire, ligt de Rue Sainte-Cathérine. Dit is de drukste straat van Bordeaux, en bovendien een van de oudste straten. Ze werd namelijk al in het Romeinse Rijk gebruikt werd. Deze straat is de grootste winkelstraat van Bordeaux, en met een lengte van ruim 1 km de langste autovrije straat van Europa.
- Place de la Victoire: Op dit plein staat de Porte d’Aquitaine, aan het einde van de Rue Sainte-Cathérine. Deze triomfboog dateert uit 1752 en werd ontworpen door architect Nicolas Portier. De boog deed dienst als een symbolische toegang tot de stad. Verderop op het plein staat een obelisk van 16 m hoog, die in 2005 onthuld werd. De obelisk is opgetrokken uit brons en rood marmer uit de Languedoc en is een eerbetoon aan de wijnbouw en de wijnen van de regio.
- Basilique de Saint-Michel en Flêche Saint-Michel: tussen het einde van de 14de eeuw en de 16de eeuw gebouwd. De losstaande klokkentoren van de basiliek, de Flêche Saint-Michel, is met een hoogte van 114 m de op-een-na hoogste stenen toren van Frankrijk.
- Porte Cailhau: was ooit een van de belangrijkste bouwwerken van de stad. De poort werd in 1495 gebouwd als onderdeel van de stadsmuur, en deed toen dienst als de hoofdtoegang tot de stad. Tegelijkertijd was het ook een triomfboog ter ere van de overwinning van koning Karel VIII in Fornovo, Italië. In de toren boven de poort kan je een tentoonstelling bezoeken over de geschiedenis van Bordeaux.
- Pont de Pierre: De Pont de Pierre wordt gezien als één van de mooiste bruggen van Frankrijk. Het bouwwerk overbrugt de Garonne tussen de Avenue Thiers (op de oostelijke kade) en de Cours Victor Hugo (op de westelijke kade). De brug werd tussen 1812 en 1822 gebouwd in opdracht van Napoleon, en het was de eerste brug over de Garonne.
- Place de la Bourse: Dit koninklijke plein werd tussen 1730 en 1775 gebouwd aan de Garonne in opdracht van koning Lodewijk XV. Het plein met de omringende gebouwen werden ontworpen door de koninklijke architect Jacques Ange Gabriel als landschap voor een ruiterbeeld van de koning. Tijdens de Franse Revolutie werd het beeld omgetrokken en verwoest, waarna er in 1869 uiteindelijk het beeld van de Drie Gratiën op het plein werd geplaatst. De barokke paleizen rond het plein worden nog steeds gebruikt door de beurs, de douane en de kamer van koophandel.
- Grosse Cloche: De Grosse Cloche is de tweede overgebleven stadspoort van de Middeleeuwse stadsmuur van Bordeaux. Dit bouwwerk was in de 15de eeuw onderdeel van het stadhuis en deed dienst als de klokkentoren.
’s Avonds vleidden we ons neer op één van de vele terrasjes met zicht op de Garonne, nml. Brasserie “Le Miroir”. En het mag gezegd worden: de bediening was er joviaal en het eten was om duimen en vingers af te likken. De gerechten met eend en camembère waren zeer lekker.
Met gevulde buiken keerden we met de laatste tram en bus combinatie terug naar de camping waar we al gauw onder de wol kropen en moe, maar voldaan, quasi direct in slaap vielen.
De dag nadien, op 1 november, werden er wat broodjes aangekocht in de winkel op de camping, samen met wat lokale charcuterie en genoten we van deze waren tijdens een uitgebreide brunch waarbij we van het zonnetje genoten. Ook dit was eigenlijk een meevaller: de weeromstandigheden vielen een pak positiever uit tegenover de voorspellingen die we hadden gelezen. 😀 We namen de tijd om een beetje over de camping te kuieren.
Net na de middag namen we hetzelfde parcour met bus en tram om opnieuw in het centrum van Bordeaux aan te komen. Daar stapten we over op een andere tramlijn die ons tot aan het museum “Cité du Vin” bracht. Op deze tramlijn, die langs de Garonne loopt, passeerden we een zeer groot winkelcentrum dat is gevestigde in opgewaardeerde depot loodsen.
Oh ja: ondertussen was het weer omgeslagen en was het beginnen gieten. Al lopend bereikten we de ingang van het museum en net zo snel dat het begonnen was, stopte het met regenen. Nou ja, we hadden toch wel even een beetje lichaamsbeweging gehad.
Het museum La Cite du Vin is sinds 2016 te bezoeken en je kan er alles ontdekken wat met wijn te maken heeft. De imposante toren van 55 meter hoog kan men al van ver zien. De voorgevel hiervan is samengesteld uit glazen panelen en geperforeerd aluminium. Het gebouw doet denken aan een knobbelige wijnstok, verankerd in een glazen basis. De glazen basis stelt de Garonnerivier voor, die hierlangs stroomt.
Wanneer je eenmaal binnen bent, valt de gigantische ruimte je meteen op. De Cité du Vin beslaat maar liefst 13.350 m2 verdeeld over 10 verdiepingen. Het vormt een grote reis door de tijd en is een ware ontdekking van de verschillende wijnculturen. Hieronder enkele van de besproken thema’s:
- Reis door de wijngebieden: beleef een vlucht over de wijngebieden dankzij een projectie op drie gigantische schermen en op de vloer.
- Wijnplaneten: een serie interactieve wereldkaarten om meer over de wereldeconomie van de wijn te leren.
- E-wijngaarden: diverse touchscreens maken het mogelijk te ontdekken hoe de mens, de tuinman van de wijngaard, de grond bewerkt.
- De metamorfoses van de wijn: de geheimen van de wijnbereidingsspecialisten van over de hele wereld worden hier onthuld.
- Wijnportretten: zes enorme flessen, elk gewijd aan een grote wijnfamilie, nodigen uit tot een ontdekking van diverse wereldwijnen.
- De wijnen en het water: levendige schilderijen vormen een representatie van de grote maritieme routes die de wereldmarkten van vandaag en morgen met elkaar verbinden.
- De grote galerij der beschavingen: een archeologische verkenning oog in oog met de grote wijnculturen.
Er is geen verplichte looproute, ieder kiest zijn eigen ritme en laat zich leiden door zijn gevoel bij het bekijken van de rijke en afwisselende thematische modules.
Een koptelefoon en een soort mobieltje nemen u dus mee op ontdekkingsreis door de wereld van de wijnstokken, de geschiedenis van de wijn door de jaren en de beschavingen heen, de verhalen en smaken (kaneel, citrus, rood fruit enz.)
Op 35 m hoogte met het panoramische uitzicht over Bordeaux kan men wijn proeven die een lust is voor het oog en voor de smaakpapillen. Met een glaasje in de kant kan je er van fantastische vergezichten genieten.
In de late namiddag zakten we opnieuw af naar de brasserie waar we de avond tevoren ook lekker hadden gegeten, Brasserie “Le Miroir” waar we ons weeral culinair lieten verwennen.
Nadien reden we weer met de ondertussen vertrouwde tram- en buslijn naar de camping waar we van onze laatste avond rond Bordeaux genoten.
De terugweg naar huis zouden we op een meer rustig tempo doen als de heenweg en als eerste tussenstop verkozen we een camperplaats in Sainte-Maure de Touraine, meer bepaald aan Le Bois Chaudron. Dit is een privé camperplaats met grote plaatsen en alle voorzieningen (water nemen/lozen, toilet reinigen, elektriciteit, douche, wasmachine en droogkast).
De camperplaats zelf is niet zeer verwijderd van de autostrade, maar is wel gelegen tussen de weilanden en is aan één kant afgeschermd door een bos (Le Bois chaudron).
Toen we er aankwamen viel de regen met bakken uit de lucht en restte ons er niet veel anders te doen dan ons avondmaal klaar te maken en een beetje te relaxen.
De dag nadien, na een rustige morgen, loosden we onze watertank en toiletcassette en sloegen we vers drinkwater in alvorens onze weg verder te zetten naar Blois.
Blois is een stad die we al veel gepasseerd zijn tijdens onze reizen en nu werd het tijd om het kasteel van Blois eens een bezoekje te brengen.
Nadat we ons op de nieuwe camperplaats van Blois aan het Parc des expositions hadden geïnstalleerd namen we de gratis bus (lijn N1) die trouwens een halte heeft vlak aan de camperplaats, naar het centrum van de stad.
Het kasteel van Blois is de moeite om eens te bezoeken. Je doet dit met behulp van een tablet waardoor je leuke rondleiding krijgt met digitale ondersteuning. Je leest alles over de mogelijkheden om het kasteel te bezoeken op deze link.
Na het bezoek genoten we op het binnenplein voor het kasteel van een tasje koffie dat we aan een kraampje kochten en waar we tevens konden schuilen voor een onweersbui.
Na regen komt er echter meestal zonneschijn en nadat de onweersbui was voorbij getrokken werden we getrakteerd op een spektakel met draken dat zich tegen de gevel van een gebouw afspeelde dat onderdak biedt aan “Maison de la magie Robert-Houdin”.
Nadien kuierden we nog wat door de stad en kochten we enkele ingediënten voor ons avondmaal alvorens met onze gratis buslijn N1 opnieuw naar de camperplaats te rijden.
De dag nadien, we waren ondertussen 4 november, vervolgden we onze route naar het noorden. We hadden het middeleeuwse stadje Provins in gedachten, maar omdat de camperplaats vol stond met kermiswagens weken we uit naar de gratis camperplaats van Sézanne in het departement Marne. Deze camperplaats, gelegen aan de zijkant van een parkeerplaats en recht tegenover de voormalige gendarmerie is volledig gratis en ’s nachts is het er merkwaardig stil. Er is gratis elektriciteit ter beschikking en je toilet kan je lozen in het gebouw van de openbare toiletten die zich op de hoek van de parkeerplaats bevinden.
Sézanne ligt op minder dan 2 uur van Parijs en ligt in een afwisselend landschap vol wijngaarden en boomgaarden en is de westelijke toegang naar de Champagne en de gehele Regio Grand Est.
Het hart van de stad biedt op het eerste gezicht een nogal stenige aanblik met haar architectonische oude gebouwen en geplaveide straatjes, haar fonteinen en stenen bronnen, maar toch vindt u overal groen, met zijn tuinen en prachtige met bomen beplante promenades die «mails» genoemd worden – de oude middeleeuwse wallen die in de 18e eeuw opgevuld zijn – en beplant zijn met dubbele of vierdubbele rijen lindebomen.
De geschiedenis heeft in de loop der eeuwen haar stempel gedrukt op de stad. Haar openbare gebouwen en herenhuizen, waaronder het Stadhuis, het voormalige College, de Rechtszaal en de Vrouw Zonder Hoofd, die voor het meerendeel te vinden zijn rondom de indrukwekkende gotische kerk Saint-Denis, tonen een stijlvolle en hartelijke aanblik, die de charme en identiteit van Sézanne uitmaken.
In de stad zijn ook vele gebouwen in originele stijl te vinden, enkele vakwerkgebouwen of de trotse herenhuizen uit de 18e en 19e eeuw, een hal in de stijl van Baltard, het klooster van Récollets binnen de muren van het hospitaal, een houten wasplaats en vele andere wonderen, zoals de geschilderde zonnewijzer, bronnen, standbeelden in onverwachte hoekjes en bas-reliëfs op de gevels… (bron = https://www.champagne-ardennen-toerisme.nl/te-zien-te-doen/bezoekjes/bijzondere-steden-en-dorpen/stadjes-met-karakter/sezanne)
De voorlaatste dag van onze vakantie hadden we voorzien om bij enkele champagnehuizen wat champagne in te slaan. Met enkele bedoelen we eigenlijk twee: de eerste werd champagnehuis “Champagne Diogène Tissier et Fils” gelegen aan 10, rue du Général-Leclerc, 51530 Chavot-Courcourt en de tweede werd ons favoriets champagnehuis “Champagne Robert-Allait” gelegen aan 6, Rue Du Parc, 51700 Villers Sous Chatillon.
Van een collega van mijn vrouw hadden we ooit eens een fles Ratafia Rouge gekregen en dat was ons zo goed bevallen dat we niet anders konden om het champagnehuis Diogène Tissier een bezoekje te brengen.
Net naast het champagnehuis Diogène Tissier konden we onze motorhome gemakkelijk parkeren.
Het champagnehuis beschikt over verschillende ontvangstzalen en doordat er in de eerste reeds een groep werd ontvangen mochten wij ons in de tweede zaal installeren. We bevonden ons nog steeds in de coronapandemie op deze manier werden er niet teveel groepen bij mekaar gezet.
Rode Ratafia wordt gemaakt van de most van Pinot Noir-gemacereerde druiven uit de Champagne-wijngaarden, waaraan men Champenoise-brandewijn en Marc de Champagne toevoegen. Koel geserveerd als aperitief, maar ook bij chocoladetaarten of een taart met rood fruit, “gebakken” foie gras en kazen zoals Roquefort is dit een zaligheid. Omdat we dit reeds kenden stonden er al snel enkele flessen op ons bestellijstje.
Van de champagnes die we proefden bestelden we een gemixte lading met o.a. “Blanc de Blancs“, “Réserve“, “Rosé“, “Révélation“, “Droits d’auteur“.
Na ongeveer 1,5 uur waren we klaar om naar onze finale bestemming van deze vakantie te begeven: champagnehuis Robert-Allait in Villers-sous-Chatillon. Dit voelde een beetje als thuis komen en we werden er zoals gewoonlijk zeer hartelijk ontvangen.
Na een zeer gezellige babbel en proeverij keerden we met een berg dozen naar onze motorhome terug. We hadden o.a. “Brut Cuvée Prestige“, “Zéro dosage Cuvée Plaisir Nature“, “Millésime 2018 Cuvée Trilo’J“, “100% Pinot Noir Cuvée Pinot Chromie” en “Rosé de saignée Cuvée Éclat de Meunier” aangeschaft.
Uiteraard hadden we ook nog een gekoelde fles gekocht die we in het namiddagzonnetje degusteerden, maar niet alvorens een korte wandeling door het dorpje gedaan te hebben en een tafeltje te hebben gereserveerd in de lokale bar/restaurant L’Annexe.
Na het degusteren van onze champagne begaven we ons naar L’Annexxe. De bar was volledig gevuld met goedgemutste arbeiders van de naburige champagehuizen. Al snel kregen we een tafeltje toegewezen in het restaurantgedeelte van het etablissement. We genoten er de ganse avond van lekkere drank, eten en het gezelschap van de vrolijk, luidruchtige bargasten. Dit was een zeer leuke manier om onze vakantie af te sluiten.
Op 6 november keerden we in de vroege namiddag huiswaarts waar we na vlotte rit rond 15u00 aankwamen.
Deze vakantie had deugd gedaan en we hadden er weeral fijne herinneringen bij.
Klik hier om meer foto’s te bekijken van deze én onze andere motorhome reizen.
Op PolarSteps.com ziet onze trip er als volgt uit (https://www.polarsteps.com/LucCeulemans/4384400-bordeaux-blois-sezanne-champagne):
Onze andere reizen kan u ook via onderstaande weg raadplegen:
Reacties
Frankrijk – Bordeaux-Blois-Sezanne-Champagne – 29-10-2021 tot en met 06-11-2021 — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>