Spanje & Frankrijk – 21-07-2018 tot en met 13-08-2018
Onze initiële plannen voor onze zomervakantie in 2018 zou ons in de richting van Oostenrijk en Tsjechië brengen, maar naarmate de start van onze verlofperiode dichterbij kwam verslechten de weersomstandigheden in de regio die we wensten te bezoeken.
Aangezien we toch wat zon wilden zien tijdens onze vakantie gooiden we het een redelijk korte tijd voor ons vertrek dan maar over een andere boeg: het werd een rondrit in Spanje met een aantal haltes in Frankrijk. Welke tussenhaltes zouden we onderweg bepalen. Als uiterste punt in Spanje kozen we voor Salamanca in de regio Castilië en León, circa 200 km ten westen van Madrid. Ter hoogte van dit eindpunt boekten we een plaats op camping “Don Quijote” in het gehucht Cabrerizos, een kilometer of 10 afgelegen van Salamanca. We gingen er 6 nachten verblijven vanaf 25 juli.
Op 21 juli was het dan uiteindelijk zover: rond 16u00 werd de motorhome ingeladen en konden we aan onze reis beginnen.
Aangezien het alweer een lange tijd was geleden dat we in de streek van de Charentes-Maritime hadden geweest staken we als eerste stopplaats “Marennes” in onze GPS. Wanneer u onze vroegere reizen al hebt gelezen dan weet u dat wij niet echt kunnen weerstaan aan de lokroep van de oesters.
Na een rit van ongeveer 245km. hielden we halt op een parkeerplaats langs de A1 om iets te eten en de benen even te strekken.
Ongeveer 5 uur later, het was toen al iets voorbij middernacht besloten we om te gaan overnachten op een bewaakte parking aan een benzinestation in de buurt van Rouillé. Toen we eraan kwamen stonden we er met een 3-tal campers, maar algauw stonden we met veel meer op deze goed verlichte en door camera’s omgeven locatie. We hadden er zeker geen onveilig gevoel bij.
’s Morgens pikten we in de bakkersafdeling van het benzinestation enkele croissants op die we verorberden met onze zelf gezette lekkere koffie.
Na ons vertrek hadden we nog ongeveer 2u00 nodig om de camperplaats aan “La Cité de l’Huître” in de Rue des Martyrs in Marennes te bereiken.
We wandelden een er een beetje rond en namen een kijkje in de buurt. Direct naast de camperplaats/parking staat een gebouw van waaruit diverse toeristische rondritten vertrekken (te voet, per fiets of toeristisch treintje) om de verschillende oesterkwekerijen te bezoeken.
Ter plaatse konden we dus geen oesters kopen en besloten we met onze motorhome nog een eindje verder te rijden met de gedachte dat een oesterverkooppunt nooit erg veraf kon zijn en inderdaad, een eindje verder vonden we een kraampje aan een oesterkwekerij. We parkeerden onze motorhome en namen plaats aan een tafeltje waar we door een vriendelijke dame te woord werden gestaan. We gingen, eigenlijk zoals steeds, voor 2×12 stuks van formaat nummer 3. Vergezeld met een glaasje witte wijn uiteraard.
Na onze degustatie kochten we nog 24 oesters van hetzelfde formaat, een fles witte streekwijn en een potje azijn met échalote (dit is een lekker alternatief voor de citroen bij de oesters). Daarmee was onze apéritief voor ’s avonds gegarandeerd.
Het was ondertussen middag en daarmee vonden we het tijd om onze weg naar het zuiden te vervolgen en er een overnachtingsplaats te zoeken. Een 340km. verderop hielden we halt aan “Aire Camping-Car Park Labenne” in Labenne Ocean in de regio Aquitaine in het zuiden van Frankrijk op redelijk korte afstand van de Frans-Spaanse grens.
Deze camperplaats kan je enkel betreden wanneer je in het bezit bent van een kaart van de organisatie Camping-Car Parc. Deze kan je ter plaatse aan de betaalautomaat aanschaffen. Wij waren reeds in het bezit van deze kaart (zie onze reis naar de Limosin-streek en Normandië in maart/april 2018) welk het administratief gedeelte een stuk vlotter maakte en we al snel een plaatsje konden uitkiezen op deze druk bezochte camperplaats.
We stonden op een schaduwrijke plek tussen de naaldbomen waar we onze stoeltjes en tafel installeerden en een beetje relaxten. Een beetje later vonden we dat het tijd was voor onze apéritief. Doordat we ondertussen al zeer bedrijvig zijn geworden in het openen van deze schelpdieren konden we snel aan onze oesters en het bijhorende glaasje wijn beginnen. Zalig toch?
Ondertussen hadden we telefoon gekregen van onze schoonbroer en -zus die met hun motorhome op een camping in het Spaanse Zarautz stonden (in de buurt van San Sebastian). We spraken met hen af dat we de dag nadien bij hen op de camping zouden langskomen en er een nacht zouden verblijven.
Na ons avondeten (een kleine BBQ) verkenden we nog even de omgeving rond de camperplaats alvorens we ons klaarmaakten om van een weldoende nachtrust te genieten.
De dag nadien waren we vroeg uit de veren en vertrokken we richting Zarautz waar we na een uurtje rijden aankwamen aan “Gran Camping Zarautz” in het gelijknamige plaatsje. Deze camping is bovenop een berg gelegen en geeft je een adembenemend uitzicht op het water.
We ontmoetten er onze familieleden en we kregen van de campinguitbaters een plekje recht tegenover de motorhome van onze schoonbroer en -zus. We nivelleerden onze motorhome en algauw werden er plannen gesmeed om eens iets avontuurlijks te doen. Onze familieleden beschikken elk over een opblaasbaar SUP board (= StandUp Paddle Board) en zij stelden voor om er gebruik van te maken in de baaien aan de voet van de berg. We zouden er een eenvoudig uitziende smalle toegangsweg voor afdalen en aan de rotsen te water gaan.
Zo gezegd, zo gedaan. Het begin van de afdaling was redelijk eenvoudig en de SUP borden werden per 2 gedragen. Algauw werd het smalle zandpad nog smaller en kregen we de eerste rotsen te verwerken. Dit lukte aanvankelijk nog goed met dalingen van ongeveer een halve meter per steen. Nadien werd het meer dan een halve meter en werd het steeds moeilijker om de SUP borden onder controle te houden. Toch slaagden we erin. Naar het einde toe lag er een soort van betonnen trap bijna horizontaal tussen twee rotsblokken waardoor de hoogtevrees van yours truly zijn kop opstak en de oversteek sterk vertraagde. Daarna moesten we nog enkele grote rotsblokken trotseren, maar uiteindelijk waren we dan aan het water geraakt!
Mijn vrouw en mezelf dachten “nu zal het allemaal wel veel simpeler worden”. Wel, met twee personen op een SUB bord geraken terwijl je dat nog nooit hebt gedaan is ronduit lachwekkend. Alleen ging het wel, maar met twee dus absoluut niet. Onze pogingen om met zijn tweeën op dat bord te geraken werd goed gesmaakt door de passagiers op de plezierbootjes die in onze buurt dobberden. Desalniettemin lachten ook wij ons bijna te pletter.
Ondertussen waren onze schoonbroer en -zus terug gevaren naar de rotsen om onze handdoeken etc. op te pikken want we hadden afgesproken om niet meer langs de rotsen terug te keren maar om naar de andere kant van de baai te varen naar het strand.
Uiteindelijk hadden ook wij een werkbare oplossing gevonden: mijn vrouw zat op het SUP bord en ik hing eraan en gebruikte mijn benen als bijkomende peddels.
Na een poosje bereikten we het strand waar we tussen de echte surfers bij wijze van spreken aanspoelden op het strand. Met z’n vieren hebben we nog wat liggen kletsen op het strand alvorens de klim naar de camping aan te vangen.
Mijn schoonbroer droeg de grootste plank en ik de kleinste en samen gingen we de dames voor op de meer dan stevige klim van enkele honderden treden langs de rotswand. Na heel wat zweet, bloed en tranen bereikten we uiteindelijk de top van de berg waar onze motorhomes ons op de camping stonden op te wachten.
Een lekkere douchebeurt en enkele glazen drank later vertrokken onze familieleden met hun Vespa naar het dorp om enkele ingrediënten te kopen voor het avondeten dat we samen zouden nuttigen. Deze ingrediënten bestonden uit inktvis, vis en enkele bijhorende groentjes.
Deze ingrediënten werden ’s avonds op de BBQ bereidt en tijdens een gezellig samenzijn opgegeten. Iets na middernacht kropen we onder de wol.
Niet voor lang echter: ergens tijdens de nacht kreeg de camping een zeer zwaar onweer te verwerken. Na de eerste donderslagen stond quasi iedereen buiten om zijn gerief dat daar nog stond een veilige plek te geven.
Kort daarop was er een blikseminslag ergens op de camping en viel alle stroom weg. De hoofdzekering die de 220V ingang bewaakt was bij ons gesprongen, maar voor de rest hadden we geen schade. Onze familieleden hadden echter meer pech: de elektronica van hun dak-airco was totaal beschadigd (zou later blijken).
Met de stroom op de camping waren er ook problemen en een hele tijd ging deze af en aan. Uit veiligheidsoverweging (en dit is een tip die ook al ergens had gelezen, maar niet op voorhand had toegepast) heb ik dan de 220V stekker uitgetrokken totdat ’s morgens alles weer in orde bleek te zijn.
’s Morgens werd er tijdens het ontbijt nog flink over nagepraat over het nachtelijk onweer, maar we lieten het voor de rest de pret niet bederven.
Net voor de middag was het voor ons tijd om afscheid te nemen en om te vertrekken naar onze volgende bestemming: Palencia, een kleine stad die een kleine 300km. meer naar het zuiden gelegen is.
Een vlotte rit en 3 uur later stonden we op de camperplaats “Area de Autocaravanas Suances”, niet ver van het centrum van Palencia.
Deze gratis camperplaats wordt uitgebaat door de eigenaar van het benzinestation aan de overkant van de straat die ons kwam verwelkomen met een doos pralines toen we op de camperplaats aankwamen. We kregen te horen dat alles er gratis was, maar hij vroeg wel dat we eventueel zouden willen komen tanken bij hem en eventueel iets te kopen uit zijn winkeltje. Dit deden we de dag nadien met alle plezier.
De volgende gratis zaken kan je er aantreffen: elektriciteit, water, afvalwater lozen, toiletcassette reinigen, douche, wasmachine, strijkplank, strijkijzer en een toilet. Er staan zelfs drinkbakjes voor honden!
Het enige nadeel dat je er hebt is dat de ondergrond bestaat uit zwarte stukjes vermalen asfalt en dat er nergens een schaduwrijk plekje te vinden is. Dit vonden helemaal niet erg en een weinig later waren we op pad naar het centrum van de stad.
Palencia, de oude hoofdstad van Spanje, ligt tussen Burgos en Valladolid in het noorden van de provincie Castilië-Leon. Met een boog om de stad heen loopt de Río Carrión die in het zuiden van de stad uitkomt in de Río Duero. Het hart van de stad is de Plaza Mayor waar het gezellig en druk is. De hoofdstraat van de stad is de Calle Mayor (linkerfoto) die van noord naar zuid dwars door de stad loopt. Hier zijn de winkels en speelt zich het straatleven af. Halverwege is het Plaza Mayor met zuilengalerijen en vele statige huizen met wapenschilden. Buiten de vele kerken is de kathedraal (Catedral de san Antolín) de grootste trekpleister van de stad.
Voor zij die de Spaanse held El Cid kennen: in de gotische parochiekerk San Miguel met zijn imposante toren met kantelen zou de Spaanse nationale held El Cid in het huwelijk zijn getreden met Doña Jimena.
Na onze wandeling installeerden we ons op een terrasje voor enkele verfrissende drankjes waarna we naar onze motorhome terugkeerden en we ons avondmaal nuttigden. De zon was inmiddels onder gegaan, maar doordat de hitte in de ondergrond zat was er van afkoelen niet echt sprake.
Toch genoten we er van een zalige nachtrust.
’s Anderdaags (25 juli) vertrokken we naar onze volgende bestemming: camping “Don Quijote” in Cabrerizos, gelegen op zo’n 170km. van Palencia en op een 7-tal kilometers van het centrum van Salamanca.
Camping “Don Quijote” zou onze oase van rust worden voor de volgende 6 nachten. Hierdoor hadden we ruimschoots de tijd om een bezoekje aan de nabijgelegen stad Salamanca in te plannen. Bij aankomst op de camping mochten we zelf een plekje uitkiezen op deze schaduwrijke camping. Dit duurde niet lang en algauw waren we volledig geïnstalleerd: grondzeil uitgerold, stoelen en tafels kregen een plaatsje en de fietsen werden in een hoekje geplaatst.
De camping vinden we alvast een aanrader: zeer vriendelijk personeel en alle mogelijke zaken aanwezig: restaurant, bar, mini markt (met alle dagen vers brood), zwembad, ongelooflijk proper sanitair, servicepunt voor MH en de mogelijkheid om je motorhome te wassen. Op je staanplaats is er een elektriciteit aansluitingspunt aanwezig en een waterpunt vind je om de zoveel plaatsen in elke straat.
Het was ons al een beetje opgevallen, maar tegen de avond aan werd het ons duidelijk dat de vele duiven die op de camping rondfladderden in de bomen van de camping kwamen overnachten. Hierdoor dienden we ’s morgens ons grondzeil en meubilair grondig te poetsen omdat ze bezoedeld door de duiven hun uitwerpselen.
Op 26 juli vertrokken onze overburen en aangezien op hun plek nog meer schaduw was besloten we de “oversteek” van de straat te wagen en hun plekje in beslag te nemen. Dit duurde al bij al een dikke 10 minuten.
De rest van de dag lasten we ook de nodige rust in. De enige activiteit waar we ons mee bezig hielden was een beetje zwemmen en zonnebaden. De dag sloten we af met een heerlijke BBQ op onze Cadac.
Ook hier waren de duiven, net als op de rest van de camping aanwezig en dienden we ’s morgens onze buiten gebleven materiaal reinigen. Hierna zouden we een beetje slimmer worden: aangezien we geen luifel hebben om alles onder te zetten, plaatsten we ’s nachts onze stoelen en tafels terug in de garage en plooiden we het grondzeil een aantal keer op. Daardoor hadden we ’s morgens geen werk meer.
Toch hopen we dat ze dit duivenprobleem in de toekomst gaan aanpakken.
Ook op 27 juli lasten we opnieuw een luie dag in. Dit moet toch absoluut kunnen tijdens de vakantie, niet? Bovendien was het blijkbaar ook een wisseldag waardoor we het zwembad gans voor ons alleen hadden en we ongestoord de nodige baantjes konden zwemmen. Zaaalig!
Nogmaals: ondanks het vele op- en afrijden van caravans en motorhomes bleef het ook op deze dag ongelooflijk rustig op de camping.
Op 28 juli begaven we met de fiets van de camping naar het 7-tal kilometer verderop gelegen oude stadsgedeelte van het wondermooie Salamanca met zijn veel oud Romeinse invloeden. We hadden twee keuzes: ofwel langs de straat naar Salamanca, ofwel langs het riviertje.
We kozen voor het laatste en alhoewel je natuurlijk voor het grootste stuk in en tussen het groen rijdt was het niet altijd zo’n aangename rit omdat er veel doornstruiken langs de kant van het smalle weggetje groeien die soms moeilijk te ontwijken waren. Doordat we zomerse kledij aanhadden liepen we hier en daar wel enkele krassen op. Al bij al niet te erg. Daarna kwamen we op een mooi aangelegd fietspad uit dat een stuk aangenamer was om te rijden.
We parkeerden onze fietsen ter hoogte van een oude Romeinse brug, net buiten de stadsomwalling van het oude stadsgedeelte. Tijdens de Romeinse periode was de stad een belangrijke halte op de zilverroute die van Asturië naar Zuid-Spanje liep. Het is uit deze periode dat een deel van deze brug nog afstamt.
De stad werd regelmatig door de Moren geplunderd en raakte daardoor in verval.
Pas in de 11e eeuw bloeide de stad weer op, nadat Alfonso VI de stad Toledo had veroverd en de invasie van de Moren steeds verder werd terug gedrongen. In de eeuwen daarna ontwikkelde Salamanca zich tot een belangrijk centrum voor textiel en wol. Daarnaast werd er door koning Alfonso IX in 1218 de oudste universiteit van Spanje opgericht.
Salamanca is authenticiteit ten top. Het is een stad met mega veel geschiedenis en dit blijkt uit de vele mooie en antieke bezienswaardigheden die je er tegenkomt. De stad is 400 jaar voor Christus al gesticht. Bijzonder is dat de gehele oude binnenstad sinds 1988 op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat vanwege de vele gebouwen in romaanse, gotische en renaissance stijl. Bovendien maakt de aanwezigheid van de universiteit dat het een zeer levendige stad is.
De meeste gebouwen zijn er gebouwd in glimmende zandsteen. Hierdoor heeft de stad de bijnaam “Gouden stad” gekregen.
We begaven ons te voet verder naar het plein voor de kathedraal. Salamanca heeft twee kathedralen die tegen elkaar staan. Dit is bijzonder, want meestal wordt bij de bouw van een nieuwe kathedraal de oude gesloopt.
De oudste kathedraal (Catedral Vieja) is uit 1120 in romaanse en gotische stijl en heeft schitterende muurschilderingen, het oudste kerkorgel van Europa en een prachtige Byzantijnse koepel.
De nieuwe kathedraal (Catedral Nueva) werd gebouw tussen de 16e en 18e eeuw en is de één na grootste kathedraal van Spanje. Hij werd gebouwd vlak naast de oude kathedraal en heeft door de lange bouwperiode zowel barokke, gotische als renaissance kenmerken in de bouwstijl.
Aangezien één van ons beiden last had van hielspoor (een pijnlijke aandoening aan de hiel) waren we niet zinnens om gans de stad door te wandelen langsheen de vele bezienswaardigheden.
Daarom boekten we ons een zitje in het toeristentreintje dat op het plein voor de kathedraal vertrok.
Dit treintje bracht ons langs de meeste bezienswaardigheden zonder dat we ook maar één voet dienden te verzetten. Handig, maar soms schoven de gebouwen aan onze ogen nogal snel voorbij.
Een greep van de bezienswaardigheden die we tijdens deze toer zagen:
- Plazo Mayor: een plein uit de 18de Gekenmerkt door de vele mooie barokke versieringen en de glimmende zandsteen.
- De universiteit uit 1218 en de oudste universiteit van Spanje. Zoek in de façade van het schitterende gebouw de verborgen kikker en volgens de legende levert dit geluk en voorspoed in het leven op.
- Casa de las Conchas: Dit 15de eeuws stadspaleis is aan de buitenkant bekleed met ruim 350 opvallende Sint-Jacobsschelpen van goudkleurige zandsteen waardoor het de naam “huis van de schelpen” kreeg. Tegenwoordig is het gebouw in gebruik als bibliotheek.
- Museo de Art Nouveau y Art Déco: een museum gewijd aan de art nouveau en art deco dat gevestigd is in het prachtige met glas-in-loodramen uitgeruste 19e eeuwse gebouw Casa Lis.
- Puente Romano: (waar onze fietsen stonden) een Romeinse brug die nog deels stamt uit de 1ste eeuw na Christus. Van de oorspronkelijke 26 bogen staan er nog steeds 15 overeind.
- Convento de San Esteban: een groot 16de eeuws klooster. Dit klooster is te bezoeken om een idee te krijgen van het kloosterleven van de Domicaanse orde.
- Convento de las Dueñas: het ‘Klooster van de Meesteressen’ is een klooster uit 1419 in het woonpaleis van Juana Rodríguez Maldonado. Het was destijds een religieus toevluchtsoord voor adellijke dames.
Mede doordat Salamanca een studentstad is, is er geen gebrek aan bars en restaurants. Typische streekgerechten in Salamanca zijn cochinillo (speenvarken), farinatos (gekookte worst met ei), chanfaina salmantina (rijst met chorizo en orgaanvlees) en hornazo (gevulde pie).
In één van de vele restaurants die in het midden van de straat over een overdekt terras beschikten lieten we onze honger en dorst tot rust komen.
Nog een kleine tip: de tapas is de regio Castilië en León noemen ze “pintxos” (pinchos).
Na dit alles keerden we met onze fietsen terug naar de camping via de mooi aangelegde fiets-o-strade, groene fietspaden die mooi afgeschermd zijn van de rijweg en waarbinnen er ook duidelijke “rijstroken” zijn aangegeven.
Na aankomst op de camping begaven we ons nog even naar het zwembad voor een beetje verkoeling.
Voor de rest van de dagen deden we waar we ondertussen redelijk bedreven in waren geworden: rusten, een beetje fietsen en zwemmen en af en toe een apéritiefje nuttigen. Op en top vakantiegevoel.
Op 30 juli beleefden we onze laatste dag op de camping die we afsloten met een lekkere maaltijd en wat drankjes in het plaatselijke restaurant.
De dag nadien betaalden we het door ons verschuldigde bedrag van 118€ voor 6 overnachtingen, dus net geen 20€ per dag voor 2 personen en een motorhome. Dat vonden we een prima deal.
We vervolgden onze reis en reden opnieuw naar het noorden. Onze volgende stop: nog een universiteitsstad met een rijk verleden: Valladolid.
We deden er iets meer dan een uurtje over om de camperplaats in Valladolid te bereiken. Deze is gelegen op een gedeelte van een parkeerplaats aan de Av. Ramon Pradera, ongeveer 2km. verwijderd van Catedral de Valladolid aan de Calle Arribas. Elektriciteit is er niet aanwezig, wel een servicepunt waar men water kan nemen en lozen.
Betalen doe je tussen de periode van 9u00 ’s morgens en 20u00 ’s avonds. Dit doe je door een ticket te nemen uit de parkeerautomaat door eerst het gele knopje in te drukken, dan 5€ in de automaat steken en tenslotte op de groene knop drukken. Het parkeren geld dus tot 20u00. De nacht is gratis, maar dit betekend dat je ‘s morgens om 9.00 uur dient te vertrekken of opnieuw een ticket te nemen uiteraard. Het ticket dient u zichtbaar aan een venster te hangen.
Het fundament van Valladolid begint wederom bij de Romeinen. De eerste sporen van de stad ontwikkelden zich waar nu “Plaza de San Miguel” ligt. Valladolid is heel lang in het bezit van de Moren geweest, maar het was nooit een stad met veel betekenis. Pas in de 12e en 13e eeuw begon de stad heel snel te groeien, door de handelspositie van de stad.
Om het historische stadsgedeelte te bereiken staken we via de brug “Puente del Poniente” de rivier “Pisuerga” over en zagen we aan onze rechterkant het mooie parkje “La Rosaleda” liggen.
We vervolgden onze weg door rechtsaf te slaan en het “Plaza del Poniente” over te steken.
Vervolgens wandelden we door diverse straatjes in een halve cirkel tot we aan de kathedraal terecht kwamen. Onderweg kwamen we onder andere de volgende bezienswaardigheden tegen:
- Museo del Monasterio de San Joaquín y Santa Ana: een klooster waar zich nu een museum bevind met heilige kunst en Barok.
- Monumento al Guardia Urbano El Eléctrico o Don Penicilino: dit monument ter nagedachtenis aan de Gemeentepolitie is het werk van Ana Hernando (2001) en vertegenwoordigt een agent die het verkeer regelde, gekleed in het klassieke uniform uit de jaren vijftig.
- Museo Casa De Cervantes: niemand minder dan Miguel de Cervantes woonde in dit huis tussen 1604 en 1606. Tijdens zijn verblijf zou hij het tweede deel van El Quijote schrijven.
- Pasaje Gutièrrez: deze plek neemt je mee terug naar de Belle Epoque toen deze grootvader van het winkelcentrum werd geboren – een plek waar je kunt winkelen als het regent, sneeuwt of ondraaglijk heet is. Als een winkelcentrum op kleine schaal is de Passage grotendeels overgenomen door restaurants, maar heeft het zijn charme behouden. Omdat het dicht bij de kathedraal en de Plaza Mayor ligt, is het beslist een kleine omweg waard en misschien kunt u genieten van een glas wijn in een van de bars die de beelden bewonderen – zoals Mercurius in het midden – en de muur schilderijen.
- Plaza Mayor: dit klassiek Spaanse plein was het eerste Plaza Mayor van Spanje en diende als basis voor tal van andere Spaanse pleinen.
- Catedral de Valladolid: aan de Plaza de la Universidaddie enkele straten ten oosten van de Plaza Mayor ligt, staat de nimmer voltooide kathedraal. In 1585 is bouwmeester Juan de Herrera in opdracht van Filips ll met de constructie begonnen op de plaats van een 13e-eeuwse kerk; de fundamenten van de kathedraal dateren dan ook uit die tijd.
Na de dood van de koning in 1598 is de bouw stilgelegd. Alberto Churriguera voltooide de kathedraal in de loop van de 17e eeuw in barokstijl. Ook in de 18e eeuw is er nog aan gewerkt, maar het is nooit geworden wat Herrera er zich op papier van had voorgesteld. Het ingetogen en sobere interieur sloot meer aan bij zijn oorspronkelijke ideeën. Mooi is het altaarstuk dat Juan de Juni in 1572 voor de kerk maakte. - Campo Grande de Valladolid: Dit groot stadspark bevindt zich midden in het hart van Valladolid. Het park van 11,5 ha kent een driehoekige vorm. In het park bevinden zich onder meer fonteinen, beelden en botanische tuinen. Columbus staat er vanaf zijn sokkel gedachteloos voor zich uit te staren.
- La Casa Museo Colón: niet ver van de universiteit, aan de Calle Colón, staat het huis van Columbus. De van oorsprong Italiaanse ontdekkingsreiziger stierf hier in 1506 op 55 jarige leeftijd onder zeer behoeftige omstandigheden. Er is nu een klein museum gevestigd.
Aan de voet van de kathedraal namen we plaats aan een tafeltje van één van de vele terrasjes en namen we iets te drinken.
Toen we enige tijd later, na terug de rivier te hebben overgestoken via de brug “Puente del Poniente” in de buurt van onze motorhome kwamen besloten we om nog iets te gaan drinken. Op een kleine 500 meter voorbij de camperplaats troffen we Café Carras aan. In dit kleine café met Amerikaans interieur nuttigden we nog enkele drankjes alvorens terug te keren naar onze motorhome waar we ons avondmaal klaar maakten.
De dag nadien waren we om 8u00 alweer op de baan in de richting van onze volgende bestemming: de camperplaats van Vitoria-Gasteiz. Toch stopten we, niet ver voorbij Valladolid, aan een benzinestation met een restaurant ter hoogte van Torquemada om te ontbijten.
De grote gratis camperplaats van Vitoaria-Gasteiz is gelegen aan één zijde van een zeer grote parkeerplaats. Toen we eraan kwamen hadden we een meevaller: niet alleen waren er nog voldoende plaatsen beschikbaar, maar het was er ook markt. Iets dat we graag doen tijdens onze vakantie wanneer we er de kans toe krijgen.
Nadat we een tijdje op de markt hadden rond gelopen hadden we geen zin meer om naar het stadscentrum te gaan, welk enkele kilometers van de camperplaats vandaan gelegen is. We ontdekten echter dat er, niet zover van de camperplaats, een groot winkelcentrum (El Boulevard) aanwezig was.
We haalden onze fietsen van onze motorhome en een korte rit later stonden we aan de ingang van het winkelcentrum. Aangezien het nog steeds solden waren konden we enkele leuke koopjes op de kop tikken.
Ons avondmaal nuttigden we in één van de vele restaurants in het winkelcentrum.
’s Morgens haalden we enkele lekkernijen bij de bakker die zich op 50 meter van onze camperplaats bevond en na het ontbijt reden we eerst langs het gratis servicepunt alvorens te vertrekken naar onze volgende bestemming.
Na een rit van om en bij de 335km. kwamen we aan op de camperplaats van Pamplona, vlak naast de brandweerkazerne. Deze mooi aangelegde nieuwe camperplaats beschikt zelfs over 2 servicepunten en elektriciteit heb je er op elke plaats. Je betaald er 10€ per overnachting. Dit regel je voordat je vertrekt via een betaalautomaat.
Pamplona is vooral gekend voor zijn stierenlopen. Het is niet dat we voorstander zijn voor deze jaarlijkse traditie, maar we wilden het wel leren begrijpen.
Vanop de camperplaats vertrokken we langs rechts in de richting van het centrum. Pamplona ligt op een berg dus in het begin gingen we steeds bergop tot we aan de rand van de stadsmuren kwamen. Daar troffen we een finucular aan die ons in één trek een stuk hoger in de stad bracht.
We vervolgden onze weg naar het centrum en kwamen we aan op het plein (Plaza Consistorial) voor het zeer mooie gemeentehuis. Op de linkerkant van het plein is het toeristisch infocenter gevestigd.
Tijd voor een beetje geschiedenis en toerisme info dus:
De stad Pamplona, die door de Romeinen is gesticht en die aan de rivier de Arga ligt, was in de middeleeuwen de hoofdstad van een rijk dat zich uitstrekte tot ver voorbij de Pyreneeën. Oorspronkelijk werd er Baskisch gesproken. Daarna heeft de stad eeuwenlang de invloed van Frankrijk ondergaan. In de 16e eeuw werd Pamplona, net als het grootste deel van het koninkrijk Navarra, ingelijfd bij Spanje.
Het bruisende hart van Pamplona is het oude, middeleeuwse centrum. Dit deel van de stad bestaat uit een wirwar aan kleurrijke straten met karakteristieke oude huizen. Ook vind je hier genoeg historische gebouwen, pleintjes, monumenten en andere bezienswaardigheden.
De mooie kathedraal ‘Basilica Santa Maria La Real of Pamplona’ is zeker het bezoeken waard. Ook de schrijver Ernest Hemmingway kwam hier graag in het begin van de vorige eeuw. Vergeet ook de oude stadsmuren van de stad niet. Mooi om te zien zijn toegangspoort El Portal De Francia, het oude fort en de Taconera Tuinen. De stadsmuur is een aangename plek om even tot rust te komen en het uitzicht is prachtig. Pamplona is daarnaast een belangrijke halte in de pelgrimsroute Camino De Santiago.
Of je nu wil of niet: de stierenloop en -gevechten maken nu eenmaal deel uit van de folklore van de stad.
De stierenloop of “encierro” werd zeer beroemd nadat Ernest Hemingway erover had geschreven in zijn eerste roman “The sun also rises”. De loop en de stierengevechten maken slechts een klein deel uit van de San Fermín feesten die elk jaar tussen 6 en 14 juli plaatsvinden. Dit alles gaat gepaard met veelvuldig spelen van muziek, diverse folkloristische onderdelen, openluchtconcerten, straattheater, vuurwerk, drank en eten.
Op 6 juli om 12u00 ’s middags begint het feest met de “chupinazo (Txupinazo)”. Dit wordt gehouden op het Plaza Consistorial voor het gemeentehuis. Dit is eigenlijk de feestweek openen door het afschieten van een vuurpeil en het roepen van de zin “iPamploneses, Iruña Tarok, Viva San Fermín, Gora San Fermín!”. Tegelijkertijd houden alle aanwezigen hun rode zakdoek hoog in de lucht. Het feest eindigt op 14 juli om middernacht met het “pobre de mí” lied (pobre de mí, pobre de mí, que se han acabado las fiestas de San Fermín = Arme ik, arme ik, de festiviteiten van San Fermín zijn voorbij).
Vanaf 7 juli worden om 8u00 ’s ochtends gedurende acht dagen vanaf de helling San Domingo, zes vechtstieren door de nauwe straten van Pamplona gejaagd. Vele jonge lopers, herkenbaar aan hun witte kledij, rode zakdoek om de hals en een rode sjerp rond hun middel proberen hun snelheid te bewijzen door de stieren voor te blijven. Het ganse parcours (van de helling tot aan de arena, Plaza de toros) is 848 meter lang en het gehele spektakel duurt vaak niet langer dan drie minuten. Het is dan ook niet te verbazen dat er jaarlijks tientallen gewonden vallen en zelfs af en toe een dode.
Na deze loop komt hetgeen we het meest kritisch over zijn: deze stieren komen later in de arena oog in oog te staan met gedreven stierenvechters (matadores) waarbij de stieren jammer genoeg vaak het loodje leggen.
We volgden, na onze pauze ter hoogte van het info-center, de weg van de stierenloop die ons via de Calle de la Estafeta, tot aan de Plaza de Tores bracht. Deze gigantische arena kan je tegen betaling bezoeken, maar dit lieten we aan ons voorbij gaan en we beperkten ons tot het bekijken van de buitenkant ervan. Vlak voor de arena staat een standbeeld van, u raadt het al, Ernest Hemingway.
Daarna keerden we op onze passen terug want we hadden wat honger gekregen en we hadden gezien dat er in de Calle de la Estafeta zeer veel pintxos (pinchos) bars aanwezig waren. Wij hielden halt aan “Bar Zanpa” omdat de pintxos (pinchos) er heerlijk uitzagen én omdat er toevallig een tafeltje vrij was. Samen met een glaasje wijn aten we er een aantal en, ja hoor, ze waren heerlijk!
Ter info: er bestaat in Pamplona zelf een Pintxos (pinchos)-route.
Na onze lunch pauze wandelden we nog langs onder andere het Plaza del Castillo, het “monument to the Fueros”, de Paseo Pablo Sarasate, het park “Jardines de la Taconera”, De poort “Portal de Francia” en het “Plataforma de Palacio o Medio Baluarte de Parma” (waar je kan genieten van mooie vergezichten). Stuk voor stuk mooie bezienswaardigheden.
Uiteraard hadden, indien we wensten ook nog kunnen gaan shoppen in het meer moderne gedeelte van de stad, maar daar hadden we geen behoefte aan.
Daarna werd het stilletjes aan tijd om een apéritiefje tot ons te nemen en daarvoor keerden we terug naar “Bar Zanpa” onder het motto “never change a winning team”. Nu ja, één apéritiefje werden er twee en daarna zijn we gewoon blijven zitten om nog een aantal pintxos (pinchos) als avondmaal te verorberen. Het leven kan mooi zijn…
Na ons avondmaal keerden we terug naar onze motorhome, maar niet vooraleer we enkele souvenirs kochten en nog wat Spaanse ham uit de streek bij “Viandas”, een speciaalzaak op de hoek van Calle Mercado en Calle Mercaderes.
Toen we opnieuw aan onze motorhome aankwamen merkten we op dat we nieuwe buren hadden. Het waren zeer vriendelijke mensen uit Nieuw-Zeeland die met een gehuurde motorhome aan een 6 maanden durende reis door Europa bezig waren. Na ons gesprek was het stilaan tijd om onder de wol te kruipen.
Op 3 augustus begaven we ons naar onze laatste verblijfplaats in Spanje: San Sebastián, dichtbij gelegen aan de plaats waar we voorheen met onze schoonbroer en -zus stonden: Zarautz.
We reden ongeveer 1u30 over de 82km. die we moesten overbruggen naar camping “Igueldo San Sebastián”. Daar aangekomen sloten we ons bij de lange wachtrij mensen die stonden aan te schuiven om zich in te checken.
Toen het onze beurt was kregen we te horen dat er geen plaatsen met elektriciteit beschikbaar waren. Om toch maar een plaats te hebben gingen we ermee akkoord, tenslotte beschikken we over zonnepanelen en hadden we genoeg gas bij om de ijskast draaiende te houden.
Toen we aan onze plek aankwamen merkten we dat er eigenlijk geen enkele plek waterpas te noemen is. We murwden onze motorhome achterwaarts in onze krappe plek en we plaatsten onze motorhome op de hoogte stand van onze keggen, maar zelfs dan helde de motorhome nog sterk naar voren. Om te slapen zou dit voor ons nog meevallen omdat we een Frans bed hebben. Onze tafels, waarvan we de poten niet kunnen verstellen, trachtten we waterpas te krijgen door er schoenen onder te steken. Niet de meest optimale methode, maar ze werkte toch redelijk.
Het moet wel gezegd worden: het uitzicht was zeer spectaculair, het zicht dat we over het dal en de omringende bergen hadden was zeer mooi.
In de loop van de namiddag wandelden we een beetje over de camping en bezochten we de minimarkt waar we enkele spullen kochten voor de apéritief en het avondeten.
’s Avonds genoten we van een heerlijke BBQ, van het mooie uitzicht en van de rust die er ’s avonds toch wel heerste over de camping.
De dag nadien waren we vroeg uit de veren want we gingen een bezoekje brengen aan het super toeristische San Sebastián. De bus stopt vlak voor de camping en voor een paar Euro’s waren we onderweg.
De officiële naam van San Sébastian is Donostia-San Sébastian. Donostia verwijst naar de Baskische naam voor de stad. De stad staat bekend als de meest gastronomische plaats ter wereld omdat er nergens ter wereld zoveel Michelinsterren per vierkante kilometer geteld worden. Genieten van het leven door mooie gerechtjes en heerlijke dranken met elkaar te delen is hier een belangrijke basis van de gemeenschap.
De meest toegankelijke vorm van lekker eten doe je in San Sébastian in de vorm van pintxos (pinchos/tapas). Dit zijn kleine hapjes die in bars uitgestald staan. Voor deze hapjes betaal je in San Sébastian gemiddeld twee tot drie euro per stuk.
We opteerden ervoor om af te stappen aan de “Buen Pastor Cathedral” aan de “Plaza del Buen Pastor”.
De kathedraal is gelegen in het centrum in de wijk Ensanche de Amara en is het werk van architect Manuel de Echave. De kerk heeft een oppervlakte van in totaal 1915 vierkante meter. De kathedraal is gebouwd met zandsteen uit de steengroeven van de berg Monte Igueldo en aangekleed met een overvloed aan decoratieve elementen zoals glas-in-loodramen. Van buiten is de kathedraal zeer imposant, de binnenkant moet er niet voor onderdoen.
We zetten onze verkenning van de stad verder in het Parte Vieja (de oude binnenstad). Deze binnenstad die haar oorsprong vind in het einde van de middeleeuwen ligt net ten zuiden van de berg Urgull. Parte Vieja is tegenwoordig vooral het toeristische hart van de stad. De belangrijkste winkels zijn inmiddels gevestigd in de wijken Centro en Gros. In Parte Vieja zie je vooral winkels die op de toeristen gericht zijn. Daarnaast vind je in de oude binnenstad vooral ook heel veel bars en restaurants. Dit is dan ook dé plek om te genieten van de heerlijke Baskische wijnen, verkoelende biertjes en natuurlijk de overbekende pintxos.
Na de drukte van de oude binnenstad wandelden we verder via Pasealeku Berria rond de berg Urgull. Dit is een mooie wandelweg langs de kustlijn. Toen wij er waren stonden er wel veel bussen geparkeerd omdat er op deze 4de augustus de UCI wielerwedstrijd Clásica Sebastián 2018 werd gereden.
Vandaar zie je in het midden van de baai het eiland van Santa Klara liggen en aan de overkant het fameuze stadstrand La Concha dat wordt gezien als één van mooiste zandstranden van de wereld. Het strand is erg geliefd bij watersporters (surfen, zeilen, kajakken of kanoën) en de aangrenzende boulevard leent zich uitstekend voor een mooie wandeling. De boulevard loopt het Ayuntamiento (stadhuis) tot en met het Palacio de Miramar.
Het Isla Santa Clara kan je per overzet bezoeken waar je kan genieten van het kleine strandje (mét uitzicht op San Sébastian) of picknicken bij de oude vuurtoren of bij de picknicktafels die op het eilandje te vinden zijn. Er zijn geen winkels te vinden op Santa Clara, er is geen hotel en er wonen geen mensen. Wel is er een cafetaria te vinden die wat simpele gerechtjes aanbiedt naast het assortiment aan drankjes en ijs.
We volgden de Pasealeku Berria en via het aquarium kwamen we bij de oude vissershaven uit. Langs de kade vind je een aaneenschakeling van uitstekende visrestaurants waar vers gevangen zeedieren geserveerd worden, maar ook wat geïmporteerde visproducten. Je ziet de vis terwijl je eet vers aangeleverd worden bij de restaurants. Mocht je meerdere gerechten uit willen proberen, doe dan zeker wat de Spanjaarden zelf ook graag doen om kennis te maken met een breder pallet aan lekkernijen: deel de verschillende gerechten met elkaar.
Via de kade aan de oude vissershaven wandelden we opnieuw de Parte Vieja in en in Calle Puerto ter hoogte van nummer 21 stapten we het Pintxos restaurant “Méson Portaletas” binnen. De variatie aan Pintxos is hier zéér gevarieerd én artistiek gepresenteerd. Normaal is het niet de Spaanse gewoonte om Pintxos al maaltijd te aanzien, maar de aangeboden varianties zagen er zo lekker uit dat we het niet konden laten om er een maaltijd van te maken.
In het restaurants hingen verscheidene TV-toestellen omhoog waarop de UCI wielerwedstrijd Clásica Sebastián 2018 te volgen was. Daardoor ontstond de interesse om naar de aankomst te gaan kijken.
Dat deden we dan ook en nadat we het restaurant verlieten begaven we ons naar de aankomst waar we letterlijk aan de aankomstlijn nog een plaatsje vonden. Via de GSM volgden we de videobeelden van de wedstrijd tot we de Fransman van Quick Step Floors als snelste in een sprint met twee tegen de Nederlander Bauke Mollema over de streep zagen komen. Van Avermaet was de eerste Belg en finishte als vierde. Om de aankomst van dergelijke wedstrijd eens van dichtbij mee te maken vonden we toch zeer speciaal.
Omdat er op deze dag een wielerwedstrijd was had natuurlijk ook het busvervoer in de stad hieronder te lijden. Daardoor was de bushalte die we nodig hadden, niet in gebruik en moesten we een alternatieve halt zoeken om terug te keren naar de camping.
Deze vonden we door nog een fijne wandeling te maken langs de mooie Boulevard Mirakontxa Pasealekua tot we ter hoogte waren van Playa de Ondarreta de bushalte vonden.
Daar moesten we nog geruime tijd wachten alvorens onze verscheen. Doordat de buslijn zwaar verstoord was, zat er zeer veel volk op deze bus en stonden we als sardines op mekaar gedrukt. Maar we zaten op de bus en dat was het belangrijkste voor ons en een tijdje werden we netjes afgezet aan de ingang van de camping.
In de minimarkt op de camping kochten we nog iets voor ons avondmaal en enkele biertjes die we genietend van ons uitzicht aan de motorhome ons lieten smaken.
Omdat we reeds in de helft van onze vakantie waren en we ook nog de intentie hadden om in Bretagne halt te houden gingen we ze vroeg mogelijk vertrekken op de camping en gingen we ergens onderweg ontbijten/brunchen op een parking.
Na onze ochtendroutine en een tussenstop bij het servicepunt op de camping verlieten we San Sebastián om een dik half uur later, rond 11u15, te brunchen op een parkeerplaats in de buurt van Urrugne in Frankrijk.
Daarna vervolgden we weg naar Bretagne om na een 400-tal kilometers even halt te houden op een parkeerplaats langs de autostrade rond Dœuil-sur-le-Mignon.
Alweer een tijdje later hielden we halt aan een benzinestation in de buurt van Vouillé om te tanken en een hapje te eten.
Het was ons plan om in de buurt van Vannes, in het zuiden van Bretagne te overnachten. Dit sloeg fink tegen: we hadden duidelijk het toeristisch seizoen in die buurt danig onderschat. Nergens in de buurt van Vannes was er een plekje te vinden op een camperplaats of op een camping.
Aangezien we er al een kleine 800km. achter de kiezen hadden werden we het een beetje beu om nog langer de kuststreek af te rijden en stuurden we onze plannen bij: we zouden deze kant van Bretagne op een andere keer komen bezoeken en we beslisten om richting Binic te rijden, een plaats die ons door familieleden was aangeraden en gelegen is in het noorden van Bretagne.
We begonnen dus naar het noorden te rijden en niet zo ver uit de buurt van Vannes vonden we een leuke, rustige camperplaats in het plaatsje Baud. Nadat we de sleutel uit het contact haalden stonden er ongeveer 770km. meer op de teller. Laat werd het niet want het was al bij al toch een vermoeiende dag.
’s Morgens vervolgden we, na het ontbijt, onze weg naar de camperplaats van Binic waar we ongeveer 110km. over deden. Alle voorzieningen, behalve elektriciteit, zijn er op deze gratis camperplaats aanwezig.
Het centrum van Binic ligt op ongeveer 400m. verwijderd van de camperplaats dus na een korte wandeling kwamen we eraan. Het zicht dat we hadden deed ons eigenlijk denken aan Le Tréport: Leuke huisjes en gezellige cafeetjes, winkeltjes en restaurants gelegen langs een kleine jacht- en vissershaven.
Binic, in de Middeleeuwen een klein dorp, groeide uit tot een van de grootste vissershavens van Frankrijk. Dat was onder meer te danken aan de expedities naar Newfoundland. De prachtige 18de-eeuwse redershuizen langs de Jean Bart-kade, gebouwd van graniet en schist (= een soort van gespleten gesteente) getuigen van die bloeitijd. In de 20ste eeuw werd Binic vooral een plezierige aanlegplaats voor de pleziervaart en een gezellige badplaats. De schepen liggen veilig achter de 350 m lange pier, die door de inwoners van Biniclagrande muraille(de grote muur) genoemd wordt.
We kuierden zowat alle straatjes door in dit niet al te groot dorpje en kochten er in een winkeltje dat gespecialiseerd is in ingeblikte makreel, sardines en veel meer enkele kleurrijke artikelen.
Nadien dronken we iets in één van de vele horecazaken alvorens terug te wandelen naar onze motorhome.
Aangezien we nog een redelijk stuk van onze dag over hadden besloten we om niet te blijven overnachten en ons te verplaatsen naar een andere locatie. Dit werd de camperplaats in Léhon (Dinan), een camperplaats gelegen op de parking van een tennisclub. Er is geen elektriciteit, maar alle andere voorzieningen zijn aanwezig. Op een 100 meter van de camperplaats is er een warme bakker.
Over Léhon:
De legende zegt: “Toen de boot van de monniken, geladen met de relieken van Saint Magloire, de oevers van de Rance in Lehon naderde, werd de plaats lachend en bloemrijk als het paradijs”. Vanaf toen kwamen de pelgrims uit heel West-Gallië om zo’n wonder te aanschouwen.
Vandaag is deze verzameling van leuke charmante huizen, straten en steegjes, kloostergangen en de tuin van het klooster er nog steeds te bewonderen.
We ontmoeten er ook een Belgisch koppel dat met hun nieuwe Hymer op pad was en dat nog enkele vragen had i.v.m. hun radio-gps toestel. Toevallig hebben we hetzelfde model en konden we hen de nodige raad geven.
De dag nadien vervolgden we onze weg en kwamen we terecht op de camperplaats van Le Vivier-sur-Mer. Deze camperplaats was voor ons geen onbekende want we stonden hier nog tijdens een trip in mei 2018. Diegenen die ons een beetje kennen weten ongetwijfeld waarom we hierheen kwamen: om ons te goed te doen aan de lekkere oesters en andere zeevruchten uit de regio.
Achter de camperplaats is er een zeevruchten verwerkend bedrijf gevestigd waar je als particulier je goederen kan aankopen. Het duurde dus niet erg lang vooraleer we in het winkeltje stonden en we er oesters, krabbenpoten, langoustines, kreukels, wulken en gamba’s kochten.
Nadat we ons avondmaal in de ijskast hadden gestoken gingen we nog even op pad met onze fietsen en na een deugddoende fietstocht stopten we bij “La Dégustation Tonneau”, onze favoriete oesterbar in deze regio. Hier deden we ons te goed aan een paar dozijn heerlijke oesters en een beetje witte wijn.
Toen we later terugkeerden aan onze motorhome merkten we op dat het weer slechter begon te worden. In de verte boven het water begonnen zich donkere wolken te vormen en hoorden we af en toe wat donderslagen. Niet veel later begon het stilletjes aan te regenen en staken we onze stoelen en tafels opnieuw in de motorhome.
Dit was echter het begin van de ellende: niet veel later werd het pikdonker en begon de wind hevig te worden en volgden de donderslagen mekaar sneller op. De blikseminslag op de camping in Zarautz in Spanje in gedachten trokken we alvast onze stroomkabel uit. En daar waren ze dan: de gevreesde hagelbollen, deze keer niet zo groot en zoveel als in het jaar voordien in Italië, maar toch tussen de 1 en 2,5cm. in doorsnede. Gelukkig duurde dit alles maar een kleine 15 minuten. En ja hoor, ook dit jaar leden we (dit keer lichte) hagelschade dat we later op het jaar lieten herstellen via onze verzekering.
Tegen de avond aan werd alles weer rustiger en kwam de zon weer piepen. We haalden ons meubilair weer tevoorschijn en trokken een flesje champagne open. Het leven is te kort om er niet van te genieten, niet waar?
’s Avonds, na onze zelf samengestelde fruits-de-mer, zochten we onze volgende locatie uit waar we wensten te verblijven en genoten we nog na van ons avondmaal, met een glaasje wijn.
De dag nadien vertrokken we redelijk vroeg en gingen we ontbijten langs de kant van de weg met zicht op de baai met in de verte de Mont-Saint-Michel. Daarna reden we eerst naar Saint-Benoît-des-Ondes om bij de vishandel, die we in mei 2018 ook bezochten, nog wat oesters en krabbenpoten te kopen.
Daarna vertrokken we naar onze volgende locatie: camping L’Aiguille Creuse in Les Loges, een camping gelegen tussen Etrêtat en Fécamp in Normandië waar we voor 2 nachten gingen blijven.
Deze rustig gelegen camping beschikt over een zwembad met een verschuifbare overkoepeling, een bar, een klein restaurant, een hoek waar men de meest noodzakelijke levensmiddelen verkopen, speeltuin en verzorgde saintaire gebouwen. Men kan er de dag voordien verse broodjes bestellen die ’s morgens kunnen afgehaald worden.
We werden er vriendelijk onthaald en een beetje later stonden we op de aan ons toegewezen standplaats.
Nadat we waren geïnstalleerd werden de oesters en een fles champagne geopend en konden we in het zonnetje genieten van deze lekkernijen. Daarna verkenden we de camping en keerden we terug naar de motorhome en gingen we een beetje rusten in de zon. Later staken we onze BBQ aan om er ons avondmaal op te bereiden. De rest van de avond genoten we van de warme zomeravond.
De dag nadien zouden we grotendeels in de motorhome doorbrengen om het ’s nachts was beginnen regenen en dat zou het doen voor het grootste deel van de dag. We amuseerden ons dan met wat lezen en het bekijken van een film en het reserveren van onze volgende bestemming voor 3 nachten.
’s Morgens pikten we de verse broodjes op en checkten we uit om langs Fécamp te rijden en daar met zicht op zee te ontbijten.
Wat kan je daar van zeggen? Dat het zeer ontspannend en rustgevend is wanneer je ’s morgens naar de zee kan turen natuurlijk! Het is een zalige manier om je dag te aan te vangen.
Na het ontbijt vertrokken we naar onze laatste verblijfplaats tijdens deze vakantie om er de volgende 3 dagen absoluut niets te doen: 5 sterren camping “La Croix du Vieux Pont” in Berny-Rivière in het departement Aisne (boven Parijs, op de as Reims – Soissons).
Toen we de lange oprit naar de camping opreden begon het ons te dagen dat dit een gigantisch groot domein is. Aangekomen bij de receptie werden we vriendelijk ontvangen en na een beetje administratie mochten we één van de medewerkers volgen die ons een plekje aanwees op het einde van een laan ter hoogte van het lager gelegen riviertje. Het was een niet afgebakend stuk gras en onze stroomdraad dienden we over de rijweg te leggen. Al bij al was het een leuke locatie. Op de lager gelegen rij/wandelweg passeerden wel veel wandelaars, maar dat vonden we niet erg want dan konden we veel mensen begroeten en hadden we af en toe een leuke babbel.
De camping is gelegen op een domein dat zich uitstrekt over 40 hectare met 660 standplaatsen langs de Aisne rivier, in een boom- en bloemrijk park. De verschillende meren zijn goed geschikt om te zwemmen, te vissen of te watersporten. Het grote verwarmde waterpark dat grotendeels overdekt is, is voorzien van glijbanen, leuke waterjets, een enorm spetter bad en een ontspanningsruimte met een Jacuzzi.
Van april tot eind oktober worden er uitjes met de bus naar Parijs en naar Disneyland, met vertrek vanaf de camping, georganiseerd.
Bij de ingang van de camping vindt u de camping winkel en een bakkertje zodat u elke dag uw boodschappen kunt doen. De winkels bieden een grote keuze aan lokale producten.
U kunt in de vele sanitair gebouwen van de camping wasserettes vinden. Gebruik van één van de 12 wasmachines kost 4€ (via een muntje) en van de wasdrogers 3€ (ook via een muntje). De muntjes zijn aan te kopen aan de receptie.
De auto-wasplaats is het hele jaar door geopend.
Buiten het zwemmen in het zwemparadijs zijn er nog een groot aantal activiteiten te doen op de camping, o.a. : bowling, lasergames, schoonheidssalon, lichaamsverzorgende behandelingen, vissen, game rooms, speeltuinen, biljarten, waterfietsen, kanoën, fiets verhuur, tennis, golf, mini-golf en kinderclubs.
In het souvenirwinkeltje kan je de typische toeristische zaken vinden die je er zou verwachten.
En last but not least zijn er ook een aantal bars en restaurants te vinden op het domein. Bij een aantal daarvan kan je ook afhaalmaaltijden oppikken.
We deden een wandeling rond het domein en volgens de GPS-data van onze stappenteller bedroeg de totale afstand 7,53km. Dit om u een idee te geven hoe groot het er wel is.
“Brasserie MACAO”, dat aan het zwembad ligt, laat u genieten van een bar met terras en een traditionele, rustieke en authentieke sfeer met open haard, oude natuurstenen muren en plafonds met balken die het restaurant een gezellige familiale sfeer geven. We gingen er tweemaal eten en de maaltijden waren er van een zeer hoge kwaliteit waar we niet op aan te merken hadden.
Op 13 augustus brak de laatste dag van onze leuke reis aan en keerden we met een heleboel nieuwe ervaringen huiswaarts. Onderweg ontbeten we op een parking langs de péage ter hoogte van Bellenglise. In totaal deden we er ongeveer 3u30 over om thuis te geraken over een regenachtige 270 kilometer tellende rit.
Klik hier om meer foto’s te bekijken van deze én onze andere motorhome reizen.
Op PolarSteps.com ziet onze trip er als volgt uit (https://www.polarsteps.com/LucCeulemans/795775-spanje-en-frankrijk):
Onze andere reizen kan u ook via onderstaande weg raadplegen:
Reacties
Spanje & Frankrijk – 21-07-2018 tot en met 13-08-2018 — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>