Frankrijk / Spanje / Portugal – 3 weken durende rondrit – 12-07-2015 tot en met 01-08-2015
Reisbestemmingen bepalen voor een 3-week durende rondrit is niet gemakkelijk wanneer je nog zeer veel bestemmingen in je ‘bucket list’ hebt zitten. :chic: Na een tijdje hadden we nog 2 landen op de tafel liggen: Italië en Portugal. Aangezien we nog nooit in Portugal waren geweest besloten we om dit als eindbestemming te kiezen. We wensten er een soort van rondrit van te maken dus moest we alleen nog enkele tussenstops bepalen in de landen die we zouden bezoeken: Frankrijk, Spanje en Portugal. Gemakkelijker gezegd dan gedaan…
Als eerste bestemming kozen we Pons, een klein stadje gelegen in de regio Poitou-Charentes in het departement Charente-Maritime. De stad ligt op een kalksteenplateau boven het dal van de Seugne.
Pons was de plaats waar de machtige heren van Pons resideerden. De donjon van hun kasteel is 30 meter hoog en dateert uit de 12e eeuw.
Pons is ook een halteplaats op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. Als onderdeel van de pelgrimsroutes in Frankrijk is het Hospice des Pélerins ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Deze opvangmogelijkheid voor pelgrims dateert uit de 12e eeuw. Op de muren treft men door pelgrims aangebrachte graffiti aan.
Zaterdag, 11 juli 2015
Om deze eerste bestemming te bereiken hadden we besloten om er een nachtelijke rit van te maken: het weekend van 11 juli was namelijk bestempeld als een ‘zwart weekend’ op de autostrades in de richting van het zuiden en door ’s nachts te rijden vermeden we de meeste vakantiegangers. Rond 23u00 vertrokken we naar het zonnige zuiden…
Zondag, 12 juli 2015
Alhoewel we vlotjes konden rijden kregen we het rond 5u00 onder de ochtend nogal moeilijk om volledig geconcentreerd te blijven en parkeerden we ons ter hoogte van Poitiers op een parking van een benzinestation langs de snelweg waar we een dutje deden tussen 5u00 en 9u00.
Na deze verkwikkende pauze hernamen we onze rit en circa 14u00 kwamen we op onze eerste bestemming in Pons: Camping Les Moulins de la Vergne, een kleine gezellige camping die wordt uitgebaat door vriendelijke Nederlandstalige uitbaters.
Het onthaal was zeer hartelijk en algauw kregen we een plaatsje toegewezen waar we ons konden installeren, een klusje dat gauw geklaard was waarna we even de tijd namen om te relaxen in het heerlijke zonnetje. We waren verheugd om te merken dat elke standplaats, buiten een aansluitingspunt voor electriciteit, voorzien was van een wateraansluitingspunt. Geen overbodig gezeul met water jerrycans dus :-)) .
Het kleine zwembadje dat zich op een tiental meter van onze standplaats bevond zag er jammer genoeg niet zo goed onderhouden uit: ondanks het feit dat men de water kwaliteit door middel van metingen meermaals per dag in het oog hield, gaf de met groene algen bedekte bodem voor ons niet meteen een uitnodigende indruk.
Nadien was het tijd om even op verkenning te gaan op de camping zelf: het sanitair, de toiletten en de lozingsplaats bevinden zich aan de voorkant van het gebouw waar ook het restaurant in gevestigd is.
Voor de ingang van het restaurant, of beter: bar/receptie/restaurant bevind er zich een groot, maar gezellig terras waar het heerlijk vertoeven is en waar je kan genieten van de geluiden van het kabbelende water dat langsheen de oude watermolen loopt. Aan de receptie kan je ook allerhande broodjes bestellen die je dan ’s morgens vanaf 9u00 kan oppikken.
’s Avonds nestelden we ons aan een tafeltje en genoten we van een lekkere steak-maaltijd vergezeld van enkele glaasjes wijn. Het gezelschap rondom ons was zeer aangenaam en algauw zaten we met enkele koppels te praten over het vieren van vakantie’s en de verhalen die dat met zich meebrengt. Eén van de koppels was op de terugreis vanuit Portugal en zij konden ons een woordje uitleg geven over de verschillende betalingssystemen die men in Portugal hanteert op de Portugese péages (later meer hierover). Het was dus een gezellige avond en voor we het wisten had het zonnetje plaats gemaakt voor de verkoelende duisternis van de nacht. Voldaan kropen we in ons bed en genoten we van een zeer deugddoende nachtrust.
Maandag, 13 juli 2015
’s Morgens, na het afhalen van onze broodjes, namen we uitgebreid de tijd om te ontbijten.
Vandaag stond er een wandeling naar het oude centrum van Pons op het programma. Om het centrum te bereiken moet je op een wandeling van ongeveer 25 minuten rekenen. We wandelden een stuk langs en op de muuromwalling van de stad en daarbij konden we genieten van enkele mooie vergezichten van de mooie rondom gelegen natuur. Na deze en nog enkele andere omwegen kwamen we een dik uur later aan de prachtig bewaard gebleven Donjon.
Een donjon is een middeleeuwse verdedigbare woontoren. De naam is afkomstig van het Gallo-Romaanse woord dominionem (op zijn beurt weer afgeleid van het Latijnse dominium/dominus) en betekent zoiets als “(huis van de) Heer”. Inwendig bevat de toren drie tot vijf kamers boven elkaar, die oorspronkelijk steeds een hele verdieping beslaan. Over het algemeen had minstens één kamer een stookplaats. Een donjon was aanvankelijk een zelfstandig bouwwerk. In veel gevallen werden rond de donjon in de loop der tijd andere gebouwen opgetrokken, of werd de donjon opgenomen in een ommuurde vesting. Zo ontwikkelde zich het kasteel, waarbij de donjon diende als laatste toevluchtsoord.
Tegenover de Donjon is een marktplein gelegen waar er zich 2 taverne/restaurants bevinden. Vrienden van ons hadden ons aangeraden om er een gebakken Camembert (kaas) te gaan eten. We zochten ons dus een plekje uit op het terras van ‘Café du Donjon’ waar we door een super enthousiaste serveerster een menu kregen aangeboden. Van de Camembert was er echter geen spoor te bespeuren, maar o.a. canard (eend) stond wel op het menu en we bestelden ons elk een gerecht. Vergezeld met een lekker biertje werd het in alle geval goed gesmaakt. Toen we nadien de zaak verlieten vroegen we toch nog terloops aan de serveerster hoe het kwam dat de gebakken Camembert niet meer op het menu stond. Haar antwoord bracht ons het schaamrood aan de wangen: ze zei dat niet zij, maar het restaurant er vlak naast (‘Le Français’) de befaamde Camembert serveerde. We konden er hartelijk om lachen en we zullen er ooit wel eens terugkeren om ons tegoed te doen aan de gebakken kaas.
Nadien kuierden we rustig terug naar de camping waar we de rest van de namiddag relaxend aan de motorhome doorbrachten.
Dinsdag, 14 juli 2015
Na wat bijtanken van drinkbaar water, het lozen van onze afvalwatertank en het ledigen van onze toiletcassette verlieten we rond 10u00 Camping Les Moulins de la Vergne en reden we de noordelijke kant van de Spaanse kustlijn af in de richting van onze volgende bestemming: de camperplaats te Cabarceno gelegen aan het ‘lago del Acebo’. Dit is een schitterende plaats gelegen aan een meer in een nationaal (safari)park genaamd ‘Parque De La Naturaleza De Cabárceno‘.
Er is geen electriciteit, maar er is wel een servicepunt waar je gratis water kan lozen/nemen en je toiletcassette kan ledigen.
Overdag is het er redelijk druk omdat er ook veel bussen en auto’s staan, maar tegen de avond aan valt er een aangename stilte en rust over het gebied. De moeite om eens te doen.
Woensdag, 15 juli 2015
Na een zeer rustige nacht waren we om 7u00 al klaar om te vertrekken naar onze volgende bestemming: Santiago de Compostela. Een toch wel stevige rit van 468 kilometer die wat vertraging opliep door enkele wegwerkzaamheden.
Rond 13u30 kwamen we aan op camping ‘As Cancelas’ (grupo campingred). De grote terrascamping is gelegen achter een groot shoppingcenter (waar ook een Carrefour aanwezig is).
Er is elektriciteit aanwezig op elke staanplaats en er is ook een servicepunt voor motorhomes op de camping. Verder is er een bar, restaurant, tennisvelden en een verzorgd, verwarmd zwembad.
Nadat we ons hadden geïnstalleerd vertrokken we te voet naar het centrum van Santiago de Compostela. Wie geen zin heeft om de afstand te voet af te leggen kan in de onmiddellijke omgeving van de camping de bus nemen naar het centrum. De afstand tussen de camping en de kathedraal bedraagt om en bij de 2 kilometer.
De stad heet officieel kortweg Santiago, maar er zijn nog veel meer steden die zo heten. Compostella is een toevoeging, die vooral wordt gebruikt als men de stad als bedevaartsoord beschouwt. De gecombineerde naam ‘Santiago de Compostella’ kan dan ook worden vertaald als: ‘Santiago, bijgenaamd Compostella’.
Volgens een legende zou het graf van de apostel Jakobus, een van de discipelen van Jezus, zich hier bevinden. Zijn stoffelijk overschot zou, nadat hij in Palestina was onthoofd, in een stenen boot zijn gelegd waarin twee van zijn discipelen meereisden. De boot bereikte vanzelf de Galicische kust, waarna het dode lichaam werd begraven in de berg Libredón. Over het graf verrees een machtige basiliek.
De kerkelijke feestdag van de apostel Jacobus is op 25 juli. Hij is de patroonheilige van Spanje (in het bijzonder van Galicië en Santiago de Compostella). Op die dag is het dan ook groot feest in Santiago de Compostella.
Vaak wordt gezegd dat de toevoeging komt van Campus Stellae (Sterrenveld), vanwege de ster die, volgens de overlevering, het gebeente van Jakobus op deze plaats heeft aangewezen. Een betere verklaring is dat de naam is afgeleid van het Latijnse compositum of in het plaatselijke Latijn composita tella, wat wijst naar een begraafplaats of kerkhof. Bij archeologische opgravingen tussen 1946 en 1959 werd inderdaad een Romeinse necropool gevonden.
Santiago de Compostella is een van de belangrijkste christelijke bedevaartsoorden. Pelgrims uit heel Europa eindigen hier hun voettocht. Deze voettocht noemt men de Camino de Santiago (De weg naar Santiago). De pelgrims op weg naar Santiago zijn herkenbaar aan de sint-jakobsschelp, het teken van de heilige Jakob. De schelp heet in het Latijn Pecten jacobaeus, in het Duits Pilgermuschel (pelgrimsschelp) of Jakobsmuschel en in het Frans coquille Saint-Jacques. De schelp wordt gedragen met de sluiting naar boven (in tegenstelling tot de schelp van oliemaatschappij Shell). Dit dier wordt langs de Galicische kust gekweekt (de kwekers zeggen niet precies waar, om diefstal te voorkomen) en is onder de naam vieira in de Galicische restaurants een gewilde delicatesse. De weg naar Santiago (in het Spaans ook wel ‘el camino’; de weg genoemd) kent veel van deze tradities. Zo laten pelgrims een van huis meegenomen steen achter bij Cruz de Ferro waarmee ze symbolisch hun zonden van zich afleggen en (letterlijk) verlicht hun weg vervolgen.
Enkele van de bezienswaardigheden zijn:
- Plaza del Obradoiro
Dit plein is een van de mooiste pleinen van Spanje, niet in de laatste plaats vanwege de façade van de kathedraal die aan de oostzijde prijkt. Maar aan dit weidse plein liggen ook verscheidene andere bezienswaardigheden en leuke straatjes.
- Kathedraal van Santiago
De kathedraal wordt gerekend tot een van de grootste heiligdommen van het christendom. Wie Praza de Obradoiro komt oplopen, wordt direct gegrepen door de barokke façade en de grootsheid van de kathedraal als geheel. Tussen de twee grote torens aan de voorgevel is een beeld van de apostel Jakobus te zien. Binnen bevinden zich verscheidene bezienswaardigheden. De grootste trekpleister is de crypte waar de overblijfselen van Jacobus zouden liggen gelegen onder het overweldigende hoogaltaar. Bekijk ook de Botafumeiro, een enorm wierookvat van meer dan anderhalve meter hoog en 80 kilo zwaar, die wordt gebruikt voor belangrijke kerkdiensten.
- Palacio de Rajoy
Dit voormalige paleis, aan de westkant van Praza de Obradoiro, doet nu dienst als gemeentehuis. Op het dak van dit neoclassicistusche gebouw, voltooid in 1766, staat een beeld van Jakobus.
- Hostal de los Reyes Católicos
Dit statige hotel had ooit een andere functie, want in 1499 werd het als ziekenhuis gesticht door niemand minder dan het koningspaar Ferdinand en Isabella. Nu is het een van de meest gerenommeerde hotels van Europa, met een onovertrofen ligging aan de kathedraal.
- Convento de San Francisco
Dit klooster, aan de Rua Campiño de San Francisco, stamt uit 1214. Van het originele gebouw zijn de gotische bogen bij de ingang bewaard gebleven.
- San Martiño Pinario
Een van de hoogtepunten van dit grote benedictijnse kloostercomplex is het barokke altaar. Je vindt het klooster aan de Plaza de la Inmaculada.
- Pelgrimmuseum
Museo de las Peregrinaciones, gevestigd in Casa Gótica, is een aanrader voor wie alles te weten wil komen over de de geschiedenis van de pelgrimstochten en Jakobus waar het allemaal mee begonnen is. Een bekend schilderij van de apostel, en een van de hoogtepunten in dit museum, is ‘Santiago Peregrino’ van Juan de Juanes, een van de prominente Spaanse schilders uit de 16e eeuw.
- Museo do Pobo Galego
Voor wie geïnteresseerd is in Galicië kan ook een kijkje nemen in Museo do Pobo Galego. Het museum geeft een gedetailleerd overzicht waarbij onder meer muziek en kleding uit Galicië aan bod komen.
Na onze wandeling door het toch wel druk bezochte centrum keerden we terug naar de camping, maar niet na gestopt te hebben bij de supermarkt voor enkele ingrediënten voor ons avondmaal dat zou bestaan uit enkele saté’s met Spaanse worst en steak die we op de BBQ gingen klaarmaken vergezeld van een aantal groenten.
Toen we nadien nog even zaten uit te rusten aan de motorhome zagen we op de steile weg naar boven een Italiaanse papa zijn fiets, waar een aanhangwagentje aanhing met zijn 2 jongste spruiten in, moeizaam naar boven duwen en net voordat het ernaar uit zag dat hij leek te gaan vallen schoot vader hem ter hulp. Welk in dank werd aanvaard (door de vader vooral, de jonge knapen vonden het maar vreemd dat een vreemde man hun karretje vastnam om het mee naar boven te duwen).
Na deze goede daad was het stilletjesaan tijd om onder de wol te kruipen en het duurde niet lang na deze goed gevulde dag alvorens we de slaap te pakken kregen.
Donderdag, 16 juli 2015
Vandaag gingen we geschiedenis schrijven, althans voor ons beiden dan toch, want we gingen voor de eerste maal in ons leven Portugal binnen rijden.
Eerst even een woordje aangaande toltrajecten en toltarieven:
(bron: http://www.anwb.nl/vakantie/europa/portugal/informatie/toltrajecten-en-toltarieven)
- Op verschillende trajecten in Portugal moet tol betaald worden (tolpoorten).
- Let op: voor een aantal trajecten kunt u uitsluitend elektronisch betalen (zie verderop). Er zijn verschillende betaalmogelijkheden.
Tariefklassen:
- Klasse 1: tot klasse 1 behoren de motor, auto of auto met aanhanger met een hoogte (verticaal gemeten bij de vooras) van maximaal 1,10 meter.
- Klasse 2: tot klasse 2 behoren de 2-assige camper of bestelbusje met een hoogte (verticaal gemeten bij de vooras) van meer dan 1,10 meter.
- Klasse 3: tot klasse 3 behoren de 3-assige camper of bestelbusje of auto met aanhanger met een hoogte (verticaal gemeten bij de vooras) van meer dan 1,10 meter.
Betalen:
- Op een aantal snelwegen (zonder tolpoorten) kan de tol uitsluitend elektronisch betaald worden. De trajecten worden aangekondigd met de aanduiding Electronic toll only of Portagem electronica bij de oprit. Er zijn verschillende betaalmogelijkheden. We hebben ze hieronder op een rijtje gezet.
- Wanneer u geen tol betaalt via een van de elektronische mogelijkheden, riskeert u een boete (€ 25-125). Deze wordt gestuurd naar uw thuisadres.
- Als u niet op een elektronische manier tol wil betalen kunt u verderop genoemde trajecten dus beter mijden.
Mogelijkheid 1: Easytoll
- Dit is de eenvoudigste mogelijkheid, in juli 2012 speciaal voor buitenlandse toeristen geïntroduceerd.
- Automatische betaling van de elektronische tolgelden door middel van een creditcard (MasterCard of Visa), die samen met het kenteken van de auto wordt geregistreerd.
- Voor Easytoll moeten weggebruikers zich eerst (gratis) aanmelden voor een account bij de grens (Welcome Point). Bij de registratie krijgt u als bewijs een ticket overhandigd dat 30 dagen geldig is.
- De terminals bij de grensposten waar dit kan, zijn te vinden op de volgende locaties:
- A28 – Viana do Castelo
- A24 – Chaves
- A25 – Leomil (12 km van Vilar Formoso)
- A22 – Vila Real de Santo António
- Na aanmelding herkent het systeem bij het passeren van de tolpoorten automatisch het kenteken van het voertuig en de daarbij behorende creditcard. De elektronische tolbedragen worden vervolgens rechtstreeks afgeschreven van de bankrekening.
- Meer informatie vindt u op www.portugaltolls.com. Plattegronden met de tolwegen vindt u onder het kopje ‘Location’.
Mogelijkheid 2: Toll Card
- Een andere betaalmogelijkheid werkt met zogenoemde Toll Cards: prepaid-kaarten van 5, 10, 20 of 40 euro.
- De kaarten zijn te koop via www.portugaltolls.com of www.tollcard.pt, bij diverse servicestations langs de snelwegen en bij CTT postkantoren.
- Na het kopen van de kaart moet deze worden geactiveerd door het versturen van een sms met een bepaalde code en het kenteken. Op de kaart staat hiervoor een handleiding.
- Bestuurders kunnen op www.portugaltolls.com zien welk bedrag nog op de kaart staat. Wanneer het resterende bedrag op de kaart opraakt, ontvangt de bezitter hiervan een sms-alert.
- Geldigheid: 1 jaar of totdat het saldo op is.
- Een eventueel resterend saldo kan alleen worden teruggevraagd bij een CTT postkantoor indien een creditcard gebruikt is bij betaling en binnen een periode van zes maanden.
- De kaarten zijn alleen te gebruiken op wegen met elektronische tolheffing.
Mogelijkheid 3: Toll Service
- Voor reizigers die korte tijd in Portugal verblijven is het mogelijk een 3-daags ticket te kopen.
- De tickets zijn te krijgen bij servicestations langs de A24, op de vliegvelden van Faro en Porto en via www.portugaltolls.pt.
- Deze tickets kunnen alleen gebruikt worden op snelwegen met elektronische tolheffing.
- Het 3-daagse ticket is alleen geldig voor de voertuigklassen 1,2 en 5. Het heeft een vaste prijs van 20 euro.
- 3-daagse tickets zijn tevens te krijgen voor vooraf vastgelegde reistrajecten:
- Spanje-vliegveld van Porto via de A 28 of A 41 (retour)
- Spanje-vliegveld van Faro via de A 22 (retour)
Mogelijkheid 4: Via Verde Visitors
- Voor buitenlanders die langere tijd in Portugal verblijven, is het mogelijk om een elektronisch kastje te huren waarmee het gebruik van de tolwegen geregistreerd wordt. Het voordeel is dat u deze uitrusting niet alleen op tolwegen met elektronische heffing kunt gebruiken, maar ook op de traditionele tolwegen.
- Voor de huur van het kastje betaalt u € 27,50 borg (caução). De kosten bedragen vervolgens 6 euro huur voor de eerste week en 1,50 euro voor elke volgende week. Bij registratie geeft u een creditcard op waar de tolgelden automatisch van worden afgeschreven.
- Het tijdelijk huurcontract is 90 dagen geldig. Deze periode kan eventueel verlengd worden.
- De kastjes zijn te verkrijgen bij Via Verde-vestigingen (beheerder van wegen met elektronische tol) langs de snelwegen, of via www.portugaltolls.com.
- Het kastje dient u te bevestigen achter de voorruit.
- Als u aan het eind van de huurperiode het kastje weer in goede staat inlevert, wordt de borg terugbetaald.
- Informatie is te krijgen in Portugal via telefoonnummer 707 503 503 (meertalig, maandag t/m vrijdag van 8:30 tot 20.30 uur), of via www.viaverde.pt.
Gezien de uiteindelijke route die we zouden volgen naar Porto en nog later van Porto tot Bragança, opteerden we voor het Easytol systeem en reden we via Viano do Castelo (dit punt waar je je dient te registreren is gelegen aan de autostrade, volg de aanduiding ‘foreigners’) naar onze uiteindelijke bestemming van vandaag: camping ‘Parque de Campismo de Fao‘ in Esposende, waar we rond 12u30 lokale tijd aankwamen.
Camping ‘Parque de Campismo de Fao‘ is een eenvoudige propere camping met elektriciteit op de staanplaats en er is ook een servicepunt voor motorhomes aanwezig. Ook een bar/restaurant en minimarket (in de letterlijke zin van het woord te nemen, het aanbod is echt mini) aanwezig. De bediening is er uitermate vriendelijk, net zoals overal in Portugal zoals de toekomst ons zou uitwijzen. Het iets of wat verouderde sanitair was wel proper onderhouden.
We maakten een kleine fietstocht in de omgeving en bezochten het mooie strand dat op ongeveer 500 meter van de camping verwijderd is. In de nabije omgeving vonden we niet direct een spoor van winkels, maar onze fietstocht werd dan ook veel gehinderd door werkzaamheden die vele wegen in de omgeving onderbraken.
De rest van de, ondertussen, late namiddag deden we het rustig aan: we gingen een biertje drinken op het terras van de bar op de camping en daarna bereiden we ons een lekkere maaltijd op ons BBQ-tje aan de motorhome.
Vrijdag, 17 juli 2015
Na een rustige start van de dag maakten we in de voormiddag onze motorhome een beetje proper… onvoorstelbaar hoeveel stof je op enkele dagen tijd in je interieur kan verzamelen. Toen we wensten te gaan betalen kregen we te horen “please wait an hour, the boss went out for some shopping”. Nu ja, we waren niet echt gehaast en we zagen de humor er wel van in. Na een uurtje verscheen de manager, blijkbaar de enige die de kassa mag beheren, terug op het toneel. Tien minuten later waren we op weg naar onze bezienswaardigheid van de dag: Santuario do Bom Jesus do Monte nabij Braga.
De mix-parking bij het Santuario do Bom Jesus do Monte doet eveneens dienst als camperplaats. Er zijn geen voorzieningen op deze locatie.
Niet zo ver van deze parking bevind zich de start van de calvarietocht naar de top van Bom Jesus do Monte.
Om bij het heiligdom Santuário de Bom Jesus te komen, kunt u te voet, met de auto, met de bus of de kabelwagen (Elevador do Bom Jesus) gaan; deze laatste is een ingenieus werk uit de 19e eeuw en was de eerste die in Portugal werd geïnstalleerd (in 1882). De wagen werkt nog steeds op basis van een watersysteem en overwint een niveauverschil van 300 meter in slechts 3 minuten.
Het ontwerp van Carlos Amarante (in 1748), dat voornamelijk een neoklassieke stijl met Italiaanse invloeden had, heeft het imponerende Santuário do Bom Jesus op een harmonieuze wijze geïntegreerd in het landschap van Noord-Portugal.
De trappen die naar de top leiden, worden gevormd door 17 terrassen, elk versierd met symbolische fonteinen, allegorische standbeelden en andere barokke decoraties die verschillende thema´s hebben: de Via Sacra, de Vijf Zintuigen, de Deugden, het Plein van Mozes, en, helemaal bovenaan, de acht bijbelse figuren die bij de veroordeling van Jezus aanwezig waren. Bijzonder is om van beneden af omhoog naar de trappen te kijken; de fonteinen van bewerkt graniet op de verschillende terrassen komen mooi uit tegen de witte achtergrond en vormen als het ware een kelk, waar de kerk op rust.
Het interieur is sober en ruim; opmerkelijk zijn de schilderijen van Pedro Alexandrino (18e eeuw). Bij de kerk ligt het Museum van de Broederschap (Museu da Confraria), welke nalatenschap bestaat uit werken van sacrale kunst, en de bibliotheek uit 1918.
Het staat buiten kijf dat dit een prachtig schouwspel is om te zien. Te voet is het een stevige klim, maar best te doen doordat je kan halt houden bij de vele bezienswaardigheden onderweg naar de top.
Nadat we iets hadden gegeten en gedronken op het grote terras met uitzicht op de wijdse omgeving maakten we de afdaling met de kabelbaan terug naar beneden.
Het was tijd om naar onze volgende halte te rijden waar we een aantal dagen zouden verblijven: ‘Parque De Campismo Da Penha’ (camping municipal de Penha).
Parque De Campismo Da Penha is een hooggelegen terrassencamping in een rotsachtig wandel en recreatiegebied. De camping wordt netjes onderhouden en staat in een bos. De kabelbaan naar de stad Guimarães ligt op 500 m. De camping heeft een zwembad en een bar met restaurant, het terrein heeft deels tentplaatsen. De stad Guimarães ligt in het noord-oosten van Portugal, in de Minho, een gebied met imposante keienlandschappen en kloven. De stad staat ook bekend als de geboorteplaats van de eerste koning van Portugal.
De rit ernaartoe had wel enkele interessante trekjes: op een gegeven moment waren we een smalle straat ingereden waarvan de daken tot ver over het voetpad uitstaken en waar opeens de straat nog meer versmalde, zoveel zelfs dat onze motorhome te breed bleek om nog tussen de voetpaden aan weerskanten te passen: we staken dus ‘vast’. De enige mogelijkheid die we dus nog hadden was achterwaarts naar beneden af te dalen. Beetje bij beetje slaagden we in ons opzet en toen we beneden kwamen merkten we dat er zich een lange file van auto’s achter ons bevonden die allemaal mee achteruit de helling waren afgekomen :-P . Maar, en hier kwam weeral de ongelooflijke Portugese vriendelijkheid boven, zonder morren passeerden de auto’s ons toen we ons uiteindelijk opnieuw aan de voet van de helling bevonden.
Nadat we hiervan bekomen waren vervolgden we onze weg naar de camping. Nadien zou blijken dat we een soort van ‘geitenweg’ naar de top hadden gekozen: een met momenten zeer smalle en geweldig steile route met de nodige haarspeldbochten maakte dat we enorm blij waren toen we uiteindelijk rond 17u00 op de camping aankwamen.
Toen we eraan kwamen en voor we naar de receptie konden gaan, werden we door één van de personeelsleden aangemaand om hem te volgen: we kregen een leuke plek toegewezen en we konden niet snel genoeg zijn om onze elektriciteitskabel aan hem te geven zodat hij deze in de elektriciteitscabine kon aansluiten. Super service!
Hierna wandelden we naar de receptie, waar de ontvangst al minstens even hartelijk was: we werden ontvangen als leden van de familie zullen we maar zeggen: uitgebreide uitleg van de bezienswaardigheden in de omgeving, over de faciliteiten op de camping, de wandelwegen in de omgeving, etc. De vriendelijke dame aan de receptie nam zelfs de tijd om ons enkele woorden Portugees en vooral de uitspraak ervan bij te brengen. Zeer amusant :-)) .
’s Avonds gingen we dineren in het restaurant op de camping waar we voor de eerste keer kennis maakten met een typisch Portugees gerecht: ‘Bacalhau’. Wij kregen er een variant van omdat er in Portugal zeer veel verschillende manieren zijn waarop de kabeljauw (want dit is de vertaling voor ‘Bacalhau’) wordt klaar gemaakt. In elk geval: wij hebben er van genoten.
Samen met dit gerecht lieten we ons een typisch wijntje uit de streek van het groene Portugal serveren: een Vinho Verde rosé van het wijnhuis ‘Conde Villar’ / ‘Quinta da Arcas‘. Dit is een zeer licht sprankelende wijn en tevens is dit een kenmerk voor alle Vinho Verde wijnen, zowel wit, rosé als rood. Voor de liefhebbers: de rosé heeft een zilveren medaille gewonnen op ‘Concours International de Lyon’ in 2015.
Het zijn jonge wijnen die zich ook enkel jong laten drinken: het zijn dus geen bewaarwijnen. Onze aangename en enthousiaste ober bleek overigens ook een sommelier te zijn en ook werkzaam bij het wijnhuis ‘Conde Villar’. Normaal gezien laten we ons hierdoor niet echt door beïnvloeden, maar het moet gezegd worden: de kerel was een echte ambassadeur voor zijn land: we kregen in alle geuren en kleuren uitleg over de Portugese wijnen en de typische Portugese gerechten. Het werd een zeer leuke avond.
Zaterdag, 18 juli 2015
Na een rustige nacht werden we goedgeluimd wakker en maakten we ons klaar om te vertrekken voor ons bezoek aan de stad Guimarães.
Vanop de camping is het centrum van Guimarães het gemakkelijkst bereikbaar via de kabelbaan van Penha. Wanneer je de camping verlaat volg je de weg rechts naar boven tot aan de kerk van Penha. De kabelbaan ligt achter de kerk. De kostprijs voor een heen en terug ticket was 9€ voor ons beiden.
Guimarães is de geboortestad van Afonso Henriques, de eerste koning van Portugal, en wordt beschouwd als de wieg van Portugal.
Het historisch centrum van Guimarães is nauw verbonden met het ontstaan en de identiteit van Portugal. Het deel binnen de stadsmuren werd door Unesco erkend als werelderfgoed om de originaliteit en authenticiteit waarmee het werd gerestaureerd. De stad bezit vandaag de dag een harmonieus en goed bewaard cultureel erfgoed met sierlijke smeedijzeren balkons, granieten afdakjes, herenhuizen, bogen die smalle straatjes verbinden, door de jaren uitgesleten straatstenen, torens en kloosters. U waant zich soms even in de middeleeuwen, toen de adel er prachtige woonhuizen liet bouwen zoals het ‘Casa Mota Prego’, ‘het Palácio de Vila Flor’, ‘Palácio do Toural’ en zovele andere die aan Guimarães een unieke uitstraling geven.
Aan het plein ‘Largo da Oliveira‘ bevinden zich het ‘Padrão do Salado’ en de kerk ‘Igreja e Colegiada de Nossa Senhora da Oliveira’, waar het waardevolle ‘Museu Alberto Sampaio‘ is gehuisvest. Voorbij het met kantelen versierde ‘Paços Municipais’ (gemeentehuis). tref je de ‘Praça de Santiago’ aan, een plek waar de pelgrims die in de middeleeuwen naar Santiago de Compostella trokken, werden onthaald. Tegenwoordig is dit plein met de vele restaurants en terrasjes een ontmoetingsplaats voor bewoners en toeristen. We namen er plaats aan één van de vele tafeltjes van een van de vele restaurants waar we genoten van een typisch Portugees vleesgerecht als hoofdmaaltijd. We vervolgende onze weg en in de ‘Rua de Santa Maria’, die het oude centrum met de bovenstad verbindt, bevinden zich het klooster ‘Convento de Santa Clara‘, het ‘Casa do Arco‘ en andere adellijke huizen.
We vervolgden onze weg via de ‘Avenida Alberto Sampaio’, langs de oude stadsmuur, die doorloopt tot in de bovenstad, tussen het ‘Paço dos Duques de Bragança‘ (het paleis van de hertogen van Bragança), dat we ook bezochten, en het kasteel. Boven bij het kasteel treffen we dit hertogelijk paleis aan uit de 15e eeuw, waar u duidelijk de invloed ziet van de Franse herenhuizen. Hier bevinden zich ook het ‘Monumento a D. Afonso Henriques’, de romaanse kapel ‘Capela de S. Miguel’ en tenslotte het kasteel, dat dateert uit de 10e eeuw en nauw verbonden is met de stichting van Portugal.
Via het plein ‘Largo do Toural‘, waar we een 16e-eeuwse drinkfontein aantroffen, vervolgden we onze weg. In de ‘Rua D. João I’, die in de middeleeuwen Guimarães met Porto verbond, troffen we oude huizen aan met houten balustrades en 17e-eeuwse gevels. Nadat we rond de kerk van het ‘klooster van S. Domingos’ liepen, kwamen we in de ‘Rua de Paio Galvão’. Hier staat het ‘Museu Arqueológico Martins Sarmento‘, dat doorloopt tot aan het klooster. Iets verderop bevindt zich het gebouw van de vroegere overdekte markt die nu dienst doet als kunstencentrum en het ‘Centro de Artes Internacional José de Guimarães‘, met een overzicht van het werk van de uit deze stad afkomstige kunstenaar.
Iets verder van het centrum staat het ‘Palácio e Centro Cultural de Vila Flor’ (Paleis en Cultureel Centrum) met zijn hangende tuinen en huizen met fresco’s en rocaille-versieringen. Aan de overzijde van het plein ‘Largo da República do Brasil’ bevinden zich de barokke kerken ‘Nossa Senhora da Conceição’ en ‘Santos Passos’.
Na deze goedgevulde dag namen we opnieuw de kabelbaan naar Monte da Penha terwijl we genoten van een van de mooiste uitzichten van Noord-Portugal. Een beetje later waren we terug aan het druk bezochte ‘Santuário de Nossa Senhora da Penha‘. Van daaruit restte ons nog een kleine wandeling tot op de camping waar we de dag afsloten met opnieuw een bezoekje aan het restaurant en zijn sympathieke personeel. Ditmaal dronken we er de rode Vinho Verde wijn van wijnhuis ‘Conde Villar’/’Quinta das Arcas‘ die werd geserveerd in mooie witte, uit emaille (glazuur) gemaakte, kommetjes.
Zondag, 19 juli 2015
Nadat we de dag voordien zeer veel kilometers hadden afgelegd besloten we het vandaag een beetje rustiger aan te doen en daarom besloten we om een bezoekje te brengen aan Penha.
Bovenop de berg die uitkijkt over Guimaraes bevindt zich het bedevaartsoord ‘Santuario da Penha‘. op een hoog punt in dit park staat de kerk met ervoor een reuzengroot plein, waar jaarlijks duizenden bedevaarders samenkomen. De kerk werd gebouwd in 1933 in een avant-gardistische Jugend-stijl. Strak rechtlijnig. Het park zelf wordt overheerst door de enorme rotsblokken die er als het ware uitgestrooid liggen. Het zijn natuurlijke, mooi afgeronde rotsen als rivierkeien, maar dan 3 tot 10 m groot. Sommige ervan gespleten, andere met gebeeldhouwde vlakken. Naast het park, een hotel en de obligate souvenirwinkeltjes, groentekraampjes en terrasjes.
’s Avonds aten we aan onze motorhome, maar gingen we nog even langs bij het restaurant om de 2 dozen wijn (1 rood/1 rosé), die we ondertussen besteld hadden, af te halen. Als geschenk kregen we er 3 speciale emaille wijnkommetjes bij.
Maandag, 20 juli 2015
Alhoewel de voorbije dagen zeer leuk geweest waren was het tijd om onze reis verder te zetten.
Nadat we onze motorhome vertrekkensklaar hadden gemaakt namen we de tijd om uitgebreid afscheid te nemen van Lucia , de vriendelijke dame, zeg maar moederfiguur, van de receptie. Eén ding is zeker: in het ‘Parque De Campismo Da Penha‘ gaan ze ons ooit nog terug zien.
Ondertussen hadden we ook geleerd dat er een route bergafwaarts naar Guimarães was: via ‘Rua De Belos Ares’. Deze afdaling bleek achteraf veel comfortabel te zijn dan ‘het geitenpad’ dat wij omhoog hadden genomen.
In Guimarães hielden we nog halt aan de Intermarché supermarkt om enkele etenswaren in te slaan alvorens onze reis verder te zetten naar onze volgende bestemming: camping ‘Orbitur Madelena’ in ‘Vila Nova de Gaia’ (ong. 10km ten zuiden van Porto). UPDATE 11/2022: deze camping is niet meer toegankelijk met een eigen kampeermiddel. (bron = https://campingnavigator.com/nl/campings-portugal/costa-verde/orbitur-madalena)
Na een vlotte rit kwamen we ronde de middag aan op de camping. Na het inchecken stopten we eerst nog aan het servicepunt om onze tanks te ledigen en anderzijds te vullen. Daarna pikten we ons een plekje uit, niet te ver van een sanitaire installatie. De ondergrond is er redelijk ongelijk, maar wij hadden geluk en de plaats waar we ons parkeerden was wonder boven wonder redelijk vlak.
Nadat we geïnstalleerd waren en een kleine lunch achter de kiezen hadden gestoken maakten we een verkennende wandeling op de camping en de nabije omgeving.
Algauw vonden we achter de hoek van de camping de bushalte van bus 906, de bus die we de dag nadien gingen nemen om Porto te bezoeken.
Daarna wandelden we in de richting van het strand (dit is op ongeveer 500 meter van de camping gelegen) waar we via het houten wandelpad een eind de kustlijn volgden. Het was er toeristisch en goed bevolkt, maar helemaal niet overbevolkt.
We keerden terug naar de camping en de rest van de dag namen we de tijd om een beetje te relaxen aan onze motorhome.
We maakten ook kennis met het fenomeen ‘zeemist’: zeemist komt meestal in de loop van de dag over de kust het land op. Zo wordt een mooie lente- of zomerdag vaak somber door een vochtige mist. De mist is ontstaan boven zee, en de wind trekt de nevel over het land en neemt de zeetemperatuur daarbij mee. Deze mist kan echter in een mum van tijd weer verdwijnen.
Dit is toch wel speciaal wanneer je dit voor de eerste keer meemaakt.
We sloten de avond af met een gezellige BBQ. We aten echter wel in de motorhome omdat het ’s avonds toch behoorlijk afkoelde.
Dinsdag, 21 juli 2015
We stonden vroeg op omdat we een lange dag voor de boeg hadden en vader werd op pad gestuurd om bij de minimarkt vooraan op de camping enkele broodjes te gaan halen. Tip: wanneer je op de camping broodjes of brood wenst aan te schaffen: ga op tijd, anders heb je niets! U raadt het al: vader kon nog net het allerlaatste brood bemachtigen en de winkel was op dat moment nog maar een half uurtje geopend.
Na het ontbijt wandelden we naar de bushalte van bus 906, de bus die ons voor 1,85€ naar Porto ging brengen; meer bepaald naar bestemming ‘Trindade’ (één van de hoogste punten van historisch centrum van Porto). Vanuit ‘Trindade’ is het een stuk aangenamer om Porto te bezoeken: Porto is namelijk zéér heuvelachtig en wij vinden een afdaling aangenamer dan klimmen. In alle geval was het een zeer avontuurlijke rit: een bus heeft ALTIJD voorrang en deze wordt ook steevast genomen. Alhoewel de bus zeer veel haltes kent onderweg werd er van halte tot halte bijzonder snel gereden door de toch wel zeer smalle straatjes. De duurtijd van de busrit bedroeg ongeveer 45 minuten.
We daalden vanaf ‘Trindade’ en zodoende liepen we eerst door het bankendistrict: hier bevinden zich wondermooie gebouwen met prachtige gevels die over het algemeen zeer goed onderhouden zijn.
Aan de voet van dit district aten we trouwens ’s middags in een restaurant ter hoogte van de ‘Avenida Dos Aliados’ tegenover het standbeeld van Don Pedro IV.
Nadien wandelden we kris-kras door Porto waar we een groot deel van de bezienswaardigheden gingen bekijken. Een greep uit hetgeen we zagen:
- De Dom Luis I Brug, een zusterbrug van de Maria Pia-brug, ontworpen door Théophile Seyrig. Dit is eigenlijk een brug in 2 verdiepen: onderaan voor de auto’s, bussen, etc en bovenaan voor de voetgangers en de metro.
- De Torre dos Clérigos, de hoogste kerktoren in het centrum behorende bij de Igreja dos Clérigos. De toren kan beklommen worden, bij helder weer is er een goed uitzicht.
- Jardins do Palácio de Cristal, een klein park met hoogteverschillen en zeer veel doorkijkjes naar de rivier de Douro.
- De Avenida dos Aliados en het uit de eerste helft van de 20e eeuw stammende stadhuis
- São Bento stationshal met zijn prachtig tegelwerk met afbeeldingen uit de geschiedenis van de stad en over de geschiedenis van het transport.
- Café Majestic, in de rua de Santa Catarina, met het interieur nog in originele staat van begin 20e eeuw.
- Igreja de São Francisco: een kerk met als museum ingerichte schatkamer en een grafkelder.
- Boekhandel en bibliotheek “Lello”; een boekhandel met plafondschilderingen en een bijzondere inrichting met veel oude houten boekenkasten; deze lieten we links liggen omdat er teveel volk stond aan te schuiven.
- De Sé, ofwel de kathedraal van de stad, hooggelegen boven de stad.
- Het oude centrum Ribeira welk sinds 1996 op de werelderfgoedlijst staat.
In Ribeira dronken we, aan de oevers van de Douro een litertje Sangria(!). We genoten van het prachtig zicht op Gaia, gelegen aan de andere kant van de oever waar trouwens alle Porto-huizen gevestigd zijn. Tegen de kademuren heeft quasi elk zichzelf respecterend Portohuis een porto-boot liggen: dit zijn de typische bootjes (of replica’s ervan) waarmee men vroeger de porto-vaten vervoerde op de Douro. Nu doen ze vooral dienst als toeristische attractie en kan je er een ‘Portocruise’ mee doen; een boottochtje langs de oevers van Porto.
Vanop ons terrasje in Ribeira waren we getuige van een kleine rand-animatie: enkele kinderen en jong volwassenen doken van de kaaimuur om een verfrissende duik te nemen in de Douro. Daarna gingen ze zelfs een stukje verder en doken ze vanaf de ‘Ponte Louis I’ brug in de Douro!
Na deze attractie was het tijd om terug te keren naar de camping en ditmaal namen we onderaan de ‘Ponte Louis I’ brug de overvolle(!) bus terug naar de camping. En overvol was geen understatement: elke vierkante centimeter van de bus was opgevuld met mensen en hun bagage. 45 Minuten later stonden we opnieuw aan de camping en konden we terug een beetje frisse lucht inademen.
Het was een mooi gevulde dag waarbij we onze ogen hadden uitgekeken aan de ontelbare, mooie bezienswaardigheden van deze prachtige stad. Bekijk zeker even onze foto’s van deze reis!
Woensdag, 22 juli 2015
Ons doel voor vandaag: Gaia, of Vila Nova de Gaia zoals de stad officieel heet ligt recht tegenover Porto op de zuidelijke oever van de Douro. Gaia is veel minder bekend dan Porto en dat is op zich best vreemd, aangezien zo goed als alle porthuizen in Gaia liggen. Veel toeristen die Porto bezoeken weten namelijk niet dat Porto ophoudt bij de Douro en dat aan de overzijde van de rivier Gaia begint. Porto was altijd groter dan Gaia, maar door de hoge huizenprijzen in Porto is Gaia de laatste tien jaar in sneltreinvaart groter geworden dan Porto. Gaia is hierdoor zelfs de grootste gemeente in het noorden van Portugal geworden.
Maar zoals al gezegd is Gaia vooral bekend om zijn porthuizen. Deze bevinden zich hoofdzakelijk langs de rivier de Douro. Tijdens de zomermaanden is de kade van de Douro gevuld met gezellige terrassen.
Om dit doel te bereiken namen we opnieuw bus 906 genomen, maar nu stapten we af aan de halte ‘Sandeman cellars’ in Vila Nova de Gaia.
Vanaf het eerste moment was het overduidelijk: gans de kadestrook staat volledig in het kader van Porto: quasi elk merk is er wel ergens te krijgen en de achterin gelegen Porto huizen trachten volk te lokken met personen die je aanspreken om ze aan te prijzen.
Vanaf het punt vanwaar we de uit de bus stapten liepen we de kade af, weg van de Port Louis I brug, langs de vele marktkraampjes waar we bij één van de vele standjes enkele typische Portugese stukjes patisserie kochtten: ‘Paséis de Nata’. Pastéis de nata of Pastéis de Belém (letterlijk: gebakje uit Belém/roomgebakje; enkelvoud: pastel de Belém/natas) is een van de meest bekende zoetigheden uit de Portugese keuken. Het is te verkrijgen in veel cafés en banketbakkerijen in Portugal, maar het oorspronkelijke recept is geheim. Het is in handen van de Fábrico dos Pastéis de Belém in Lissabon. Traditiegetrouw worden de pastéis de Belém warm gegeten, en zijn ze geflambeerd met kaneel en rietsuiker. Het is te vergelijken met crème brûlée of crema catalana. Ze zijn één van de populairste lekkernijen van Portugal. Zàààààlig *good*
Van al dat wandelen hadden we honger gekregen en dus zochten we ons een tafeltje aan een van de vele restaurantjes. Onze keuze viel op restaurant ‘Adega e Presuntaria Transmontana II’ waar we heerlijk aten met zicht op de Douro en Porto.
Na dit intermezzo wandelden we in de richting van het Portohuis dat we wensten te bezoeken: ‘Offley’. Hier zouden we een begeleide tour volgen en ons bezoek afsluiten met een Porto degustatie. We hadden ook al besloten om maar één uitgebreide tour te volgen omdat het maken van Porto uiteindelijk overal hetzelfde procedé is. Portwijn (Porto in het kort) is een typische zoete rode, witte of rosé wijn, geserveerd als aperitief, digestief of als dessertwijn. De druiven van de Porto worden gegroeid langsheen gans de Dourovallei. De Dourovallei is gelegen aan de bovenloop van de rivier de Douro in het noordoosten van Portugal. Veel wijngaarden verbouwen druiven voor port-wijnhuizen in Porto en Vila Nova de Gaia. Een klein aantal daarvan maken hun eigen port. Deze worden dan Single Quinta Port genoemd, zoals bijvoorbeeld Quinta do Noval (een Porto die we later op de dag ook zouden proeven én kopen). We leerden ook dat Porto eerder toevallig was uitgevonden: toen de Engelsen vroeger hun Portugese wijn per schip van Porto naar Engeland vervoerden kwam deze wijn in vele gevallen slecht en verzuurd aan. Om de bewaartijd te verlengen had men er niet beter op gevonden om pure alcohol toe te voegen aan de wijn en toen men deze nieuwe samenstelling proefde kwam men tot de vaststelling dat het best een lekker product geworden was: de Portowijn was geboren.
Porto wordt onderverdeeld in een aantal soorten:
RUBY PORT:
-
- De Ruby port komt het meeste voor. Deze relatief jonge portsoort is twee tot drie jaar opgeslagen op het vat. Veelal zijn dit roestvaststalen tanks of betonnen bakken. In sommige gevallen is dit op eikenhouten vaten. Ruby port wordt geblend (samengesteld) door menging van druiven van meerdere druivensoorten, jaargangen en wijngaarden.
-
- De Late Bottled Vintage Port is een mengeling van ports van één enkel jaar. Ze rijpen tussen 4 en 6 jaar in eikenhouten vaten en worden dan gebotteld. De meeste zijn dan rijp om gedronken te worden. Het etiket moet altijd het oogstjaar en het jaar van botteling vermelden.
-
- De Crusted Port bestaat uit een mengeling van ports van verschillende jaren die 3 à 4 jaar in vaten gerijpt hebben en die ongefilterd gebotteld worden waardoor er zich een bezinksel, de zogenaamde crust, vormt. De port moet net als de vintage port gedecanteerd worden voor hij voor consumptie geschikt is.
-
- Vintage Port: een vuistregel is dat drie maal in de tien jaar de oogst zo goed bevonden wordt en na proeverijen de wijn er zo uitspringt ten opzichte van andere jaren dat het jaar door de IVDP (Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) tot vintage portjaar verklaard wordt. De vintage ports worden maximaal drie jaar in eikenhouten vaten bewaard. Ze worden dan zodanig gebotteld dat ze verder op fles kunnen rijpen en een depot/droesem vormen in de fles.
- De Single Quinta Vintage Port is een vintage port die van één enkele wijngaard afkomstig is. De wijngaard moet op de fles vermeld staan. Deze Single Quinta Vintage Ports kunnen in jaren voorkomen die niet als vintage-jaren gezien worden. Wanneer een producent meent dat zijn Quinta een port van uitzonderlijke kwaliteit geleverd heeft, kan hij deze voorleggen aan het IVP (=Instituto do Vinho do Porto) dat dan al dan niet het vintage label zal toekennen. Ook hier vermeldt het etiket het oogstjaar en het jaar van botteling.
TAWNY PORT:
-
- De Tawny Port is genoemd naar de taankleur, die ontstaat doordat de wijn meerdere jaren op vat rijpt, zodat hij iets kan oxideren. Dit is een mengeling (= een blend) van port(o’)s van verschillende oogstjaren, maar heeft als voornaamste kenmerk dat hij meerdere jaren in vaten gerijpt heeft, wat zijn typische tawny kleur geeft.
-
- Bij de Aged Tawny staat op de fles het aantal jaren (10, 20, 30, 40 jaar) dat de port in vaten gerijpt heeft, waardoor de typische tawny-kleur ontstaat. Omdat het hier om een mengeling van ports gaat, is de leeftijd die op de fles aangegeven is, ongeveer de gemiddelde leeftijd van de blend.
-
- De Colheitaport. Het woord colheita betekent oogstjaar en het gaat hier dan ook om port van één (goed) oogstjaar. De wijn moet minstens zeven jaar in een houten vat gerijpt hebben. Hij is dan tawny van kleur en klaar om gedronken te worden. Het oogstjaar en het jaar van botteling worden op de fles vermeld. Colheita’s worden gezien als tawny’s van hoge kwaliteit.
- De Garrafeiraport is eveneens een mengeling van ports van één enkel jaar. Deze Garrafeira wordt wel eens de brug tussen de tawny en de vintage genoemd. Na een korte rijpingsperiode in houten vaten worden ze overgebracht in grote glazen vaten waarin ze gedurende 20, 30 tot 40 jaar traag verder rijpen. In de loop der jaren wordt er een bezinksel gevormd dat decanteren nodig maakt voordat de port voor consumptie in flessen van 75 cc overgegoten worden. Hierna rijpt de port verder in de fles.
WHITE PORT:
- Witte port wordt in tegenstelling tot sommige wijnen alleen gemaakt van witte druiven. Ook witte port wordt mimimaal een drietal jaren gerijpt op het vat.
ROSÉ PORT:
- Op 21 mei 2009 heeft de Portugese ministerraad een wet aangenomen die rosé port ook erkent als officiële portsoort. In 2008 kwam Croft als eerste met de Pink port op de markt.
Bij Offley kochtten we uiteindelijk een fles Tawny Porto, een fles White Porto en een fles Rosé Porto.
Daarna bezochten we Portohuis Augusto’s, een Single Quinta Portohuis waar we door de eigenaar enthousiast werden ontvangen en die ons met veel passie vertelde over zijn verschillende Porto’s. Na enkele Porto’s te hebben gedegusteerd kochtten we er een fles Ruby en een fles White Porto van 20 jaar oud.
Om de dag af te sluiten bezochten we als laatste Single Quinta Portohuis Noval, gelegen aan de promenade, niet ver vanaf de brug Pont Louis I. Alhoewel de ontvangst een beetje te wensen overliet kochtten we er 2 flessen Noval Black, een Porto die men veel gebruikt in cocktails, maar die zich ook ongemixt laat drinken.
Na deze gezellige dag namen we, met onze Porto voorraad, opnieuw de bus naar de camping. Deze busrit was in die zin noemenswaardig omdat de bus echt overvol zat en we allen als haringen in een ton op elkaar geperst werden. Bij het verlaten van de bus waren we zelfs bijna een aantal flessen kwijt: één van de papieren zakken scheurde en daardoor kwamen er enkele flessen onzacht op de grond terecht, gelukkig zonder brokken.
Zonder verdere kleerscheuren bereikten we de camping waar we het de rest van de dag rustig aandeden.
Donderdag, 23 juli 2015
Aangezien we in Porto en Vila Nova de Gaia gezien hadden wat we wensten te zien lastten we vandaag een rustigere dag in.
Na de brunch haalden we de fietsen van de motorhome en reden we tot aan de lustlijn waar we naar rechts reden om de veilige en prachtige fietsroute langs de kustweg te volgen tot we na een 10-tal kilometer fietsen het Portohuis Ferreira bereikten. Nadat we een beetje hadden genoten van het toch wel wondermooie panoramisch zicht op Porto keerden we op onze stappen terug, niet zonder een pitstop te maken aan één van de kustbars.
Het was prachtig weer en nadat we terug op de camping aankwamen verzamelden we enkele badhanddoeken en trokken we naar het strand om er de rest van de namiddag door te brengen.
De dag sloten we af met enkele stukjes heerlijke, zelf gegrilde, steaks met het nodige garnituur.
Vrijdag, 24 juli 2015
’s Nachts hadden we enkele regenbuien over ons heen gekregen waardoor we verplicht waren om onze tuinmeubeltjes en fietsen een onvoorziene poetsbeurt te geven.
Vandaag verlieten we de camping in Villa Nova de Gaia en na een korte stop aan een supermarkt vertrokken we richting Bragança, onze volgende bestemming.
Na een drie uur durende, heuvelachtige, rit bereikten we de camperplaats van Bragança. Deze gratis camperplaats (met servicepunt, geen electriciteit) is gelegen aan de voet van de citadel.
Nadat we onze motorhome hadden geïnstalleerd trokken we de heuvel op om de citadel te bezoeken. Dit historisch goed bewaarde kasteel, de toren (waar er zich een oorlogsmuseum bevindt), vergarderzaal, huizen en omwalling zijn volgens ons zeker een bezoekje waard. We sloten onze wandeling af met een wandeling op de muuromwalling van waarop je mooie vergezichten hebt.
Aan de in-/uitgang van de citadel hadden we een klein café gezien met een al even klein terras en aangezien dit in de zon gelegen was nestelden we er ons neer voor een apéritief en enkele tapas. Uiteindelijk aten we er ook ieder een hamburger als avondmaal.
Nadien wandelden we nog even rond en dronken we in de taverne/restaurant die aan de kerk gelegen is een likeurtje dat werd opgediend in een chocolade bekertje. Dit vonden we ecologisch gezien een goede zaak: je eet gewoon je servies op .
Zaterdag, 25 juli 2015
Na een vroege start van de dag vertrokken we rond 8u00 en verlieten we Portugal naar het Spaanse Burgos waar we na een rit van net geen 4 uur (verkeerd rijden door ingave van verkeerde GPS coördinaten inbegrepen) aankwamen op camping ‘Fuentes Blancas‘.
Dit is een eenvoudige gezellige camping met vriendelijk personeel. De passanten standplaatsen bevinden zich op een groot grasveld zonder afscheidingen door bijv. een haag of zo. Electriciteit is op de standplaats zelf aanwezig en voor de rest zijn er een aantal verzorgde sanitaire installaties. Voor de motorhome reizigers onder ons: er is geen mogelijkheid om je afvalwatertank te lozen.
De dame aan de receptie had ons verteld dat het historisch centrum van Burgos zich op slechts 5 km. van de camping bevond en perfect met de fiets bereikbaar was. Even later waren we per fiets onderweg… de rivier volgend is het een leuke rit tot aan het centrum.
We parkeerden onze fietsen aan een congres gebouw alvorens ons te voet naar de andere kant van de rivier te begeven in de richting van het centrum.
Het historisch centrum van Burgos is een geweldige plek om te bezoeken. Als hoogtepunt vernoemen we ons bezoek aan de Santa Maria kathedraal. Dit is één van de mooiste kathedralen die wij ooit al hadden gezien. De gotische kathedraal is drieschepig, heeft dwarspanden, veel kapellen en een zware vieringtoren uit de 16de eeuw. Er steken acht rijk versierde torentjes boven uit. De monumentale westgevel heeft twee klokkentorens met opengewerkte spitsen met zaagvormig profiel. Aan de noordzijde bevindt zich de escalada dorada of gouden trap uit de renaissancetijd. Het portaal van de Sarmental (rechter kruisbeuk, kloosterhof ligt er tegen aan) is goed bewaard. Het beeldhouwwerk in de timpaan is zeer realistisch. Jezus onderricht er de evangelisten en de apostelen. Via een lange trap tussen sacristie en kloostergang komt men er. In de kathedraal zijn veel kunstwerken, grafmonumenten, o. a. van “El Cid”, retabels (achterstuk van een altaar, meestal gebeeldhouwd of beschilderd) en een fraaie koorstoel. De kapel del Condestabele is achthoekig, heeft acht kleine spitse torens en een rijke wandversiering. Het grafmonument van El Cid Campeador, de bekendste zoon van Burgos, en Dona Jimena bevindt zich onder het koepelgewelf. De hekken tussen transept en koor bestaan uit prachtig smeedwerk. De notenhouten stoelen van de koorbanken zijn alle verschillend en zijn voorzien van palmhouten inlegwerk. Via een audiosysteem wordt quasi elke plek in de kathedraal naadloos uit de doeken gedaan. Trek minstens 2,5 uur uit voor de rondrit met audiogids (kostprijs: 7€ p.p.).
Nadien dronken we op één van de vele terrasje op de Plaza Rey San Fernando enkele San Miguel biertjes. Weetje: de brouwerij van San Miguel is ook in Burgos gevestigd.
Daarna lieten we ons culinair verwennen in restaurant ‘Don Nuño’ waar we o.a. het volgende kregen voorgeschoteld: looksoep, gebakken big, gamba’s, “Hake” rond zalm, vanille pudding, cheese cake, koffie, een fles huiswijn, water, 0,5 liter bier en Sangria voor een totaal van slechts 51€!
Nog andere bezienswaardigheden (naast de impossante kathedraal Santa Maria) die Burgos heeft te bieden:
Plaza Mayor
Dit aantrekkelijke (grotendeels) omsloten hoofdplein ligt nabij de kathedraal. Op het plein staan kleurrijke gebouwen en een standbeeld van Carlos III.
Arco de Santa María
Deze wachttoren uit de 14e eeuw, behorend tot de oude stadsmuur, is één van de emblematische plekken van Burgos, gebouwd ter ere van Carlos I (in Nederland bekend als keizer Karel V). De toegangspoort staat in verbinding met de brug Santa Marìa die over de Río de Arlanzón loopt naar de Plaza de San Fernando waaraan de kathedraal ligt.
Puente de San Pablo
Dit is de hoofdbrug die leidt naar het centrum. Hier bevindt zich een beeld van de grote held El Cid.
Castillo de Burgos
Dit kasteel bevindt zich op een heuvel op een hoogte van 75 m. Het werd gebouwd in 884 voor de graaf Diego Rodríguez Porcelos in de tijd van de Reconquista. Onder het kasteel bevinden zich ondergrondse gangen die je met een gids kunt bezoeken.
Casa del Cordón
Dit 15e eeuwse paleis bevindt zich aan de Plaza del Mercado Mayor. Mis de gedenkplaats niet waar Columbus in 1497 welkom werd geheten na zijn reis naar Amerika.
Paseo del Espolón
Deze wonderschone boulevard, gemaakt om te flaneren, met platanen mag tot de hoogtepunten van Burgos gerekend worden.
Museo de Burgos
Dit museum is gevestigd in twee bij elkaar gelegen 16e eeuwse gebouwen: Casa de Miranda en Casa de Íñigo Angulo. De grote collectie toont de historische en culturele ontwikkeling van de provincie Burgos waaronder ook archeologische vondsten uit de Romeinse stad Clunia.
Plaza de San Juan
Grenzend aan de oude muur in het oostelijk deel van Burgos ligt dit emblematische plein. Aan het plein ligt de Iglesia San Lesmes. Deze 14e eeuwse gotische kerk staat bekend om zijn drie schepen en kansel. Bij het plein ligt ook een brug die de rivier Vena oversteekt. Het plein staat ook in verbinding met de Camino de Santiago.
Cartuja de Miraflores
Op 3 km ten oosten van het centrum ligt dit kartuizerklooster. Cartuja de Miraflores werd gesticht in 1441 door Juan II de Castilla. In de graven liggen de ouders van Isabella en prins Alfonso (de broer van Isabella).
Zondag, 26 juli 2015
De bijna 400 kilometer lange rit verliep zeer vlot en daardoor kwamen we rond het middaguur aan op de camperplaats van Mimizan-Plage.
Dit is een zeer grote camperplaats waar een overnachting 14,40€ per nacht kost en waar het lozen van afvalwater, lozen van toiletcassette, drinkbaar water en electriciteit in de prijs inbegrepen zijn.
De staanplaatsen zelf zijn echter aan de smalle kant en wat bijzonder storend was (althans voor ons), was het feit dat velen twee plaatsen in beslag namen: hun mobilhome op één plaats en hun luifel + halve inboedel op de tweede plaats terwijl ze natuurlijk maar voor één plaats betalen uiteraard. Dit gedrag is volgens het camperplaats reglement niet toegelaten, maar als zelfs de politie (die regelmatig komt controleren) hier niets op zegt dan zal het wel ok zijn zeker *no* ? Wij vonden in ieder geval nog een plekje op deze druk bezette plaats en we ondervonden al snel dat we enkele sympathieke Franse buren hadden. Dat was al zeker een meevaller.
Nadat we iets hadden gegeten trokken we eropuit om de omgeving te verkennen. Na een steile klim werden we beloond met een wijds zicht op de golf van Biskaje. We volgden vervolgens de kustlijn tot aan het centrum van Mimizan-Plage. De drukte die we daar tegenkwamen was een beetje overweldigend: net een mierennest, zo veel volk. We wurmden ons enige tijd door de massa en we deden zoals zovelen: winkelen, iets gaan drinken en enkele oesters gaan eten. Tegen de avond aan keerden we met onze koopwaren terug naar de camperplaats.
Terug op de camperplaats merkten we een beetje commotie: een motorhome in de rij achter ons had er niet beter op gevonden om zijn afvalwatertank te lozen zonder zich te verzetten. Het gevolg was dat er een stinkende stroom water, via onze rij, naar de lager gelegen plaatsen had gevormd. Het duurde een tijdje voor het water en de bijhorende penetrerende geur was verdwenen. Er waren heel wat camperaars die hiermee niet konden lachen. Wij trokken er ons niet teveel van aan en installeerden ons met een fles champagne uit de weg van de ‘rivier’.
Ons plan om hier een aantal dagen te blijven staan lieten we varen en na het raadplegen van onze campergids werd er besloten dat we de dag nadien zouden doorrijden naar Marennes-Plage, gelegen in de nabijheid van ons favoriete eiland Île d’Oléron in het departement Charente-Maritime (we gingen het eiland niet oprijden omdat het er in de zomermaanden een drukte van jewelste is met lange files tot gevolg).
Maandag 27 juli 2015
Na het lozen van onze vuilwatertank en onze toiletcassette en het bijvullen van onze verswatertank betaalden we aan de betaalpaal de 14,40€ die we verschuldigd waren voor onze overnachting en vertrokken we naar de camperplaats van Marennes-Plage.
Onderweg werden we opgeschrokken door een bosduif die er niet beter had op gevonden om onze motorhome te rammen met voor haar, jammer genoeg, dodelijke gevolgen. Wij hielden er dan weer gelukkig geen schade op na. Het geluid van de impact had ons echter wel van onze melk gebracht.
Toen we aankwamen in Marennes stopten we eerst nog even bij een Intermarché waar we, naast een aantal andere zaken, bij de stand ‘produits regionaux’ een beetje zeevruchten, een wijntje vanop Oléron en enkele flessen Pineau de Charentes.
Alvorens ons te installeren op de camperplaats van Marennes-Plage reden we eerst nog even langs Bourcefranc le Chapus om een kijkje te nemen naar Fort Louvois. Fort Louvois (of Fort du Chapus) is een fort in de zee tegenover Le Château-d’Oléron en hoort bij de gemeente Bourcefranc-le-Chapus. Het fort ligt tussen het eiland Île d’Oléron en het vasteland en moest de haven van Rochefort beschermen tegen vijandelijke schepen vanuit het zuiden. Het project was een idee van François-Michel le Tellier, Marquis de Louvois, de minister van oorlog en werd ontworpen door François Ferry. Na de dood van Louvois liet Sébastien Le Prestre de Vauban het project afmaken in gereduceerde vorm. De geplande ovaalvorm werd uiteindelijk een hoefijzervorm. De bouw duurde van 1691 tot 1694. In de achttiende eeuw kreeg het fort zijn huidige vorm. Ook in de negentiende eeuw behield het fort haar strategische waarde met kanonnen en later houwitsers. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het bouwwerk hevig gebombardeerd en weer gerestaureerd in de jaren 60 van de twintigste eeuw. In 1929 werd het fort een monument en in 1972 werd er een museum gevestigd in het fort. Het fort is alleen te voet te bereiken wanneer het eb is. Het heeft een wapenhuis, twee kazernes, een kruithuis en een batterij van twaalf meter hoog.
Op de terugweg naar de camperplaats in Marennes-Plage (het service punt is een eindje verderop gelegen ter hoogte van camping municipale La Giroflée), kochtten we 24 oesters aan de voet van de brug van Île d’Oléron. En dit voor een zeer zacht prijsje: een gammele 14€, citroen inclusief! *yes*
Nadat we ons hadden geïnstalleerd op de camperplaats genoten we voor de rest van de namiddag en avond van onze zeevruchtjes, wijn en Pineau de Charentes en uitkijkend op het mooie panorama van de brug naar Île d’Oléron en het eiland zelf. ’s Avonds werd het nog mooier dankzij de feeërieke verlichting. Enigste minpuntje: tijdens het openen van de oesters ging het even mis: alhoewel we dit reeds honderden malen hebben gedaan was vader er toch in geslaagd om in zijn vingers te steken met het oestermes *pardon* . Een pleister en een wijntje brachten gelukkig de nodige verzachting :liquor: :doctor:
Na het massa toerisme van Mimizan-Plage deed deze rustige locatie ons werkelijk deugd.
Dindag, 28 juli 2015
Het was ondertussen al dinsdag en we bevonden ons op nog redelijk wat afstand van huis: ong. 800 Km. Daar we nog ergens één of twee rustdagen wensten in te lassen besloten we om een een beetje afstand af te leggen en ons voor de volgende twee nachten op een camping te installeren.
Na een blik op de kaart te werpen leek het ons een goed idee om ergens in de Loirestreek halt te houden. Via de applicatie van ACSI kwamen we bij vijfsterren kasteelcamping “Parc de la Grenouillère” in Suèvres terecht. Het leek ons ook beter om een plekje te reserveren en na een klein telefonisch onderhoud was de zaak geregeld: de laatste beschikbare plek was voor ons. We hadden hiervoor wel telefonisch een betaling via onze creditcard moeten doen.
Na een vlotte rit van ongeveer 350 Km. kwamen we aan op de camping, net samen met de eerste regen.
We kregen een plek toegewezen in een rustige hoek, tegen een stenen muuromwalling. Een zeer fijne plek. Alleen een beetje jammer van het weer (we waren immers al meer dan twee weken schitterend weer gewend): het regende quasi non-stop en wanneer het niet regende speelde de wind onophoudelijk in en rond ons plekje. Zelfs door het plaatsen van een windscherm slaagden we er niet in om uit de wind te gaan zitten.
Tussen de buien door wandelden we over het mooie domein: het kasteel(tje) is centraal gelegen en vlak daarnaast bevind er zich een mooi zwembad (deels overdekt en deels openlucht). Verder heb je er een kleine superette, een bar, een frituur, restaurant, tennisvelden, basketbalplein, mogelijkheid tot vissen in de kasteelgracht, kinderopvang, etc. Aan één van de sanitaire installaties hing een briefje met de melding dat er ‘vandaag’ geen warm water was, maar dat technici hieraan werkten en het ‘vandaag’ zouden oplossen… het papiertje was echter al een beetje afgeschenen door de zon en later zou blijken dat ook de volgende dag het blaadje er nog hing en waarschijnlijk nog wel langer zou hangen *no* . Daardoor was de andere sanitaire installatie duidelijk overbelast en leek het ons beter om maar even te douchen in onze motorhome. Alvorens terug te keren naar onze motorhome bestelden we voor de dag nadien een baguette en enkele croissants in de superette (ze hebben namelijk geen brood in voorraad dus je bent eigenlijk verplicht om brood te bestellen als je dit wenst, op zich geen probleem natuurlijk).
’s Avonds gingen we eten in het restaurant op de camping: we kregen er een hartelijke ontvangst van een zeer vriendelijke serveerster met wie het dadelijk klikte en waarmee de ganse periode dat we er waren wat grapten en grolden. We kregen ook wat tips en tricks over het eten en de wijze waarop het bereidt was. We kregen er o.a. het volgende geserveerd: 2 mochito’s (zeer straf ), 2x fois gras (super lekker!), 1x gamba’s met Pastissaus (zalig!), 1x eendenborstfilet met rode vruchtensaus (jammie!), een Crème Brûlée en een ijsje.
Met een goed gevulde maag maakten we nog een kleine wandeling (onder onze paraplu) over de camping alvorens onder de wol te kruipen in onze motorhome.
Woensdag, 29 juli 2015
Een tegenvaller om de dag mee aan te vangen: ondanks dat we het besteld hadden: geen brood, wel onze twee croissants waren leverbaar. Het brood zou ‘misschien’ een uurtje later geleverd worden. Na dat uurtje kregen we te horen dat ze geen idee hadden of er in de loop van de dag wel nog enige vorm van brood zou geleverd worden. Gelukkig voor ons hadden we nog enkele broodjes die we konden afbakken in onze motorhome, maar de andere gasten die hun brood verwachten konden er minder om lachen. Dit had het camping personeel, volgens ons, eigenlijk gemakkelijk kunnen oplossen door brood te gaan kopen in de grote supermarkt een eindje verderop…
De rest van de dag deden we hetgeen we ons voor ogen hadden gehouden: rusten. De enige verdere activiteiten van de dag waren: douchen in de motorhome, water aanbrengen om de lege tank aan te vullen en onze volgende bestemming kiezen: Camping du Château & de l’Oseraie te Feuillères aan de Somme waar we telefonisch een plaats reserveerden voor één nacht.
Donderdag, 30 juli 2015
Na een rit van ongeveer 310 kilometer kwamen we in de vroege namiddag aan bij camping “Château de l’Oseraie” in Rue du Château te Feuillères. Tijdens het enorm gastvrije ontvangst kregen we een plaats toegewezen recht tegenover de receptie en ontvingen we een berg documentatie van de streek en zijn bezienswaardigheden. Aangezien onze eerste indruk van deze ogenschijnlijk goed onderhouden, gezellige, camping enorm meeviel boekten we meteen een extra nacht bij: onze vertrekdatum zou dus zaterdag, 1 augustus zijn.
De streek heeft het in de eerste wereldoorlog zwaar te verduren gehad en maakte een tijdlang een onderdeel uit van het front. Er zijn in de omgeving dus veel bezienswaardigheden en museums die in het teken van de ‘groote oorlog’ staan. Aan de bar dronken we enkele amberkleurige biertjes die ook al verwezen naar WWI: een ‘Mémorial’ en een ‘Poppy’.
Na het avondeten (op ons buitenvuur gegrilde steak met een komkommer/tomatensalade en aardappelen) maakten we nog een wandelingetje op de camping: gans de camping is geweldig goed onderhouden, van het zwembad tot de speelvelden, de standplaatsen, afwasbakken, sanitair, beplanting en noem maar op… het jonge enthousiaste koppel dat deze camping uitbaat weet van aanpakken. Deze camping is echt een aanrader! En dat slechts op een tweetal uurtjes van Antwerpen.
Vrijdag, 31 juli 2015
Tijd voor een laatste uitstapje: we reden met onze motorhome naar het nabij gelegen stadje Péronne.
Péronne ligt aan de rivier de Somme en samen met de steden Albert en Bapaume vormt Péronne de driehoek waarin het slagveld lag van de Slag aan de Somme in de Eerste Wereldoorlog. Péronne is een van de plaatsen die door de Franse autoriteiten is aangewezen als historisch monument van de militaire geschiedenis van Frankrijk. In het centrum van Péronne bevindt zich een 12e-eeuws kasteel dat als WO I museum dienst doet.
Dit Eerste Wereldoorlogmuseum in Péronne is gevestigd op de vroegere frontlijn waar tijdens het eerste wereldwijde conflict meer dan twintig landen samen kwamen om te vechten. Dit verankert de plaats direct in de geschiedenis: de plaats is omringd door begraafplaatsen en gedenkplaatsen van alle nationaliteiten.
Op de plaats waar de Somme en de Maye samenvloeien ten westen van Amiens, vertelt dit toonaangevende internationale museum ook een ander verhaal: met een dubbele invalshoek die zowel cultureel als militair is, interpreteert het museum de agonie van een tijdperk en de geboorte van de wereld zoals wij hem nu kennen. Zonder ondertussen – wat zeldzaam is – afbreuk te doen aan de anonieme spelers van alle strijdende landen, hun leven voor die tijd, de hoop, het lijden en de alom aanwezige ellende, maar ook hun moed. Alleszins de moeite om te bezoeken.
Nadien wandelden we nog een beetje rond en gingen we iets eten in restaurant ‘Le Bistrot d’Antoine‘ op de Place André Audinot. Dit is een gezellige plek om te vertoeven, met vriendelijke bediening. Enkel de wespen waren nogal aan de lastige kant.
Daarna keerden we terug naar de camping en genoten we van het deugddoende zonnetje.
’s Avonds trokken we weeral op restaurant, ditmaal in Feuillères zelf, in restaurant ‘Restaurant du Port‘. Een klein restaurant met super vriendelijke bediening en ongelooflijk lekker eten.
Na deze cullinaire verwennerij wandelden we rustig terug naar de camping en zagen we verschillende zware landbouw voertuigen passeren: de boeren gingen hun graan oogsten. Later op de avond ‘proefden’ we het graan en kreeg de lucht een gelige schijn. ’s Morgens zou blijken dat onze motorhome door een dun geel laagje stof bedekt was.
Zaterdag, 1 augustus 2015
Na een rustige start van de dag ruimden we onze motorhome een beetje op en namen we afscheid van onze gastvrije gastheer en -vrouw. Hier komen we zeker nog eens terug.
De rit naar huis verliep zeer rustig en vlot: enkel rond Parijs kwamen we een beetje drukker verkeer tegen en verloren we ongeveer één uur aan file rijden. Dit was eigenlijk de enigste file die we op drie weken te verwerken kregen: super! *good*
Na iets meer dan twee uur rijden parkeerden we onze motorhome in zijn stalling. We hadden een zeer mooie reis achter de rug met zeer veel mooie herinneringen waar we nog lang van zouden nagenieten… *yes*
Klik hier om meer foto’s te bekijken van deze én onze andere motorhome reizen.
Op PolarSteps.com ziet onze trip er als volgt uit (https://www.polarsteps.com/LucCeulemans/1203841-frankrijk-spanje-portugal-rondrit-3-weken):
Onze andere reizen kan u ook via onderstaande weg raadplegen:
Reacties
Frankrijk / Spanje / Portugal – 3 weken durende rondrit – 12-07-2015 tot en met 01-08-2015 — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>